Een belangrijke moeilijkheid was voor de belegeraars de aanvoer der artillerie, die overzee, en daarna nog over een 40 km te land moest geschieden. De 24e kwam zij voor de vesting, nadat in de voorafgaande nacht reeds de actie tegen het fort Montjuich, ook het 'Rode fort' genaamd, was begonnen. De 26e opende de artillerie het vuur tegen het fort; in de nacht van de 27e op de 28e werden de loopgraven geopend. De 29e was er bres geschoten, en 's avonds zou de bestorming plaats vinden; vóór het hiertoe kwam verlieten de verdedigers de sterkte, na met een drietal mijnen twee der bastions te hebben verwoest. Een redoute tussen het fort en de stad konden de belegeraars niet nemenhet rotsachtige Oostelijk vestingfront bleek achteraf te sterk. De hoofdaanval werd derhalve verplaatst naar het stadsgedeelte tussen de Donia, die de stad midden doorsnijdt, en de Ter. Dit ge deelte was meer regelmatig versterkt, met enige bastions en een bedekte weg. Nauwelijks waren hier de batterijen gereed, of zware stortregens, gepaard met storm, onweer en overstromingen, onder braken voor een week alle vijandelijkheden en zelfs de aanvoer naar het kamp. Niet voor de 14e Januari 1711 kon het vuren worden hervat. De 23e gingen de Fransen, na het laten springen van mijnen, tot de storm over. De verdedigers moesten de wallen prijs geven, maar zetten, gelijk zo dikwijls in Spanje, de strijd in de stad voort. Nadat nog een uur of drie om barricades was gevochten, liet de verdediger, de generaal Van Tattenbach, de chamade slaan. Bij de gevolgde onderhandeling wist hij een zeer eervolle capitulatie te bedingen; de bezetting zou zich terugtrekken in de drie overgebleven forten; was zij de 31e niet ontzet, dan zou zij met volledige krijgseer uit trekken naar Barcelona. Voor de geallieerden, voor wie de toestand er toch reeds donker uitzag, was het verlies van Gerona een zware slag1). Starhemberg was met een leger, dat tot 9000 combattanten was geslonken, de ^e Januari Balaguer binnengetrokken. Voorraden waren hier niet aanwezig, zodat de terugtocht, na het aantrekken van de troepen die tot nog toe Lerida, Monzon en Mequinenza had den ingesloten, werd voortgezet tot in de naaste omgeving van de laatste steunpunten, Barcelona en Tarragona. Elier werden omstreeks de 10e de winterkwartieren betrokken. Twee bataljons bleven in Balaguer in bezetting. In Aragon waren, waarschijnlijk uit staat- Een uitvoerige beschrijving van het beleg van Gerona vindt men in Feldzüge XIII, 327, 33^. Voorts: Quincy VI, 4^ 1-463. Eur. Merc. p. 7^, 76 vlg. a.w. de capitulatievoorwaarden. De plattegrond bij p. jis waardeloos; beter, doch ver van nauwkeurig, is die bij Quincy. Neder landse troepen hebben aan de verdediging niet deel genomen. 80

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 102