kundige- of prestige-overwegingen, nog garnizoenen achtergelaten in Venasque en het kasteel van Aren. Ten Zuiden van de Ebro waren eveneens nog een paar kastelen bezet. Vendome, wiens troepen al evenzeer behoefte aan rust hadden als de geallieerde, betrok half Januari de winterkwartieren ten Westen van de Segre Aan het ontzet van het belegerde Gerona viel voor Starhemberg niet te denken; de val dezer vesting maakte de toestand nog ern stiger. Een gezamenlijk offensief van Vendome en Noailles zou, naar Starhembergs eigen mening, de ondergang ten gevolge hebben gehad. Inderdaad gingen de beide Franse legerhoofden tot het offensief over, doch van onderlinge samenwerking was weinig sprake, en ook overigens kwam de dreigende aanval slechts in zeer verzwakte vorm tot gelding. De voorwaartse beweging, welke Noailles begin Februari inzette, kwam al spoedig in het bergland tot staantoen zij begin Maart zou worden hervat, kreeg hij bevel een groot deel van zijn troepenmacht naar Dauphiné terug te zenden, wegens geruchten van een dreigende inval van Amadeus ii van Savoye in Zuid-Frankrijk. Ook de resterende strijdkrachten van Noailles keerden hierop half Maart naar Lampourdan terug 2). De i^e Februari ging Vendome zijnerzijds tot het offensief over. De hoofdmacht onder Valdecanas ging bij Lerida over de Segre andere troepen onder Mahoney bij Mequinenza. De 2^e bezet de eerstgenoemde Balaguer, dat nog tijdig door de zwakke bezetting was ontruimd. Vervolgens rukt hij in Oostelijke richting op; Cervera, Calaf en Solsona vallen in zijn handen. Verder doordringen naar Barcelona stuit echter af op de stellingen die Starhemberg in het gebergte heeft ingenomen. Na de terugtocht van Noailles geeft ook Vendome zijn verdere pogingen op. De 20e Maart neemt hij, met ontruiming van Calaf en Solsona, met zijn hoofdmacht de terug tocht aan en betrekt hij de winterkwartieren achter de Noguera. Een voorhoede van ruim 3000 man blijft gelegerd in Cervera, Tarroga en omstreken. Starhemberg bezet opnieuw Calaf en Solsona, en betrekt verder kwartieren achter de lijn Montblanc- Igualada—Manresa, in afwachting van de komende versterkingen. Het ergste gevaar was voorlopig geweken, zij het ook dat de ge allieerden nog slechts een klein deel van Catalonië het hunne konden noemen 3). De eerste versterkingen voor Starhemberg kwamen 3 1 Maart toen een Engels-Staatse vloot onder Jennings en Pieterson voor Feldzüge XIII, 320—32^. 2)342-343,347-348- 3) M. 343-347, 349/3W- 8l

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 105