naar Olivenza, De Bay naar Talavera, ten Oosten van Badajoz,
terugkeerde. Het enig resultaat was deerlijke verwoesting van het
land aan weerskanten van de grens.
Reeds de 14e ging Villaverde ten tweeden male over de
Guadiana, naar het schijnt op aandrang van Portmore. Ook nu
kwam het niet tot een gevecht, en weldra maakte de zomerhitte
ook aan deze operatie een einde.
In de herfst hadden wederom enige bewegingen plaats, waarbij
beide legers elkaar observeerden en defensief bleven. In October
betrokken beide de winterkwartieren.
In het Noorden waren intussen nog enige acties voorgevallen, die
men tot de kleine oorlog kan rekenen, en welke gevoegelijk onbe
sproken kunnen blijven
DE BOVEN-RIJN EN ITALIË
In Zuid-Duitsland hadden de troepen van Keizer en Rijk zowel als
die van de zonnekoning de winter van 1710 op 1711 in diepe rust
doorgebracht, de eersten beveiligd door de zogenaamde Ettlinger
linies, de laatsten achter de linies van de Lauter. De graaf van
Gronsfeld, die het vorig jaar het Rijksleger had aangevoerd, werd
dit jaar, op aandringen van Eugenius van Savoye, vervangen door
de energiekere hertog van Wurtemberg. Het scheen dat door de
dood van keizer Jozef 1, op 17 April, het Zuidduitse oorlogstoneel
een grotere betekenis zou krijgen. Er moest immers gerekend
worden op Franse actie, met name tegen Frankfort, waar de
keizerskroning moest plaats hebbende bescherming dier stad gold
dan ook voor dit jaar als de voornaamste taak voor het Rijksleger.
Wij zagen reeds dat prins Eugenius enige dagen na de dood van de
keizer de Ettlinger linies inspecteerde en enige regelingen maakte
ten bate der verdediging.
De 18e Mei concentreerde het Rijksleger, ter sterkte van 38
bataljons en 64 eskadrons, zich in een kamp te Muggensturm bij
Rastadt. De Fransen bepaalden zich er toe, ter wille der foerage,
enige detachementen, voornamelijk uit cavalerie bestaande, bij Kehl
en elders over de Rijn te doen gaan. Met een partij van deze deta-
HOOFDSTUK VIII
Voor de oorlog in Portugal: Feldzüge 414—417. Brieven van Schoonenberg aan Heinsius, Lissabon
10, 31 Maart, 12 Mei, 16 Juni 1711 (Heins. arch. 1637).
87