te delen. De eskaders der zeemogendheden opereerden voorname lijk in de Middellandse Zee, waar het bezit van Port-Mahon thans ook gelegenheid schonk te overwinteren. Het voornaamste wat verricht werd waren transportdiensten tussen Italië en Spanje, welke reeds ter sprake kwamen. Daarnevens werd gekruisd op de kust van Valencia en van Frankrijk tot het onderscheppen van graanschepen. Tot gevechten is het hierbij blijkbaar niet gekomen. Ook in de Noordzee worden dit jaar geen krijgsbedrijven vermeld. In Engeland hoopte St. John het succes, het vorig jaar behaald door het veroveren van Port-Royal, voort te zetten door het in nemen van Quebec. Het was voor deze expeditie dat Marl borough tegen zijn zin vijf bataljons van het leger in de Neder landen had moeten afstaan. De vloot stond onder bevel van de admiraal Walker, de landstrijdkrachten onder dat van Hill, de broeder van de befaamde Abigail. De onderneming, waaraan de Engelse kolonisten met ijver deelnamen door een expeditie te land tegen Montreal, verliep ongelukkig, wat aan de onbekwaamheid van Walker wordt toegeschreven. Bij het invaren van de St. Laurens (22-23 Augustus) strandden acht transportschepen, en ongeveer 700 soldaten kwamen in de golven om. Na een zo slecht begin werd zowel de zee- als de landexpeditie opgegeven 1). Daarentegen behaalden de Fransen een belangrijk voordeel op de kust van Brazilië. De admiraal Du Guay Trouin voer 9 Juni van La Rochelle uit met een eskader van 7 linieschepen, 6 fregatten, een bombardeergaljoot en 2300 soldaten. De 12e September verscheen hij voor Rio de Janeiro, voer ondanks het vuur der forten en van een viertal Portugese oorlogsschepen de baai binnen, en maakte zich de beide volgende dagen van de stad meester. De vier oorlogsschepen werden door de bemanning op de kust gezet en verbrand; een veertigtal koopvaarders werd insgelijks verbrand of buit gemaakt, en een brandschatting geheven van 6000000 cruzadas. Na twee maanden aldaar vertoefd te hebben keerde het eskader 13 Novem ber met een geweldige buit aan goud en zilver, koopwaren en oorlogsmateriaal naar het vaderland terug 2). 1) Voor de onderneming der Engelsen bij Quebec: Trevelyan, 'The Peace etc.' p. 118-119, 143-146. 2) Over de actie van Du Guay Trouin: Eur. Mere. 1712, p. 29—31, 94-98. 90

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 114