en de io ooo man van de augmentatie van 1703 nog de 13^ 778 man
toe te staan waarmee het contingent in de Nederlanden nadien nog
was uitgebreid, doch deze laatsten op voorwaarde dat de Republiek
deze categorie in de verhouding van 3 tot 2 zou uitbreiden, dus op
ruim 22 000 man brengen. Zij zou dus 70 000 +22 000 -f 42 000
of ruim 134 000 man moeten leveren in plaats van de huidige sterkte
van 123 000 man (119 bataljons en 113% eskadron).
De Staten bleken niet bereid aan deze voorwaarde te voldoen,
waarna het einde was dat beide partijen zich aan de bestaande
sterkte hielden, zodat Engeland dit jaar in de Nederlanden S9V2
bataljon en 82y2 eskadron te velde bracht. Aldus eindigde deze
onverkwikkelijke zaak zonder veel praktische gevolgen, behalve
dat zij de tegenstelling tussen het Britse bewind en de Republiek
voor geheel Europa bloot legde en de stemming in Engeland ten
opzichte van de Elollanders hielp verslechteren.
Op het stadhuis te Utrecht vergaderde intussen sedert 29
Januari - een paar weken na de vastgestelde datum - het vredes
congres. Buys en Van der Dussen, de mannen van de onderhande
lingen van Geertruidenberg, waren met Goslinga, Randwijck en
Rechteren de Staatse vertegenwoordigers; de bisschop van
Bristol en Strafford die van Engeland; Sinzendorf en Cons-
bruck van de Keizer; Polignac en Huxelles, bijgestaan door
MÉnager, van Frankrijk1).
Het Franse voorstel tot wapenschorsing tijdens de onderhandelin
gen werd door de geallieerden verworpen, en evenzo geschiedde
met de vredesvoorstellen, waarmee Frankrijk ter tafel kwam. Daar
na was het aan de vertegenwoordigers der tegenpartij hun eisen te
formuleren, wat vervolgens geschiedde. Frankrijk maakte echter
geen haast met de beantwoording dezer voorstellen; eerst eind
Maart verklaarde het zich bereid er over te onderhandelen. Ook
verder namen de zaken een traag verloop, hetgeen te begrijpen is,
waar Frankrijk kennelijk trachtte tijd te winnen, en de voornaamste
der te Utrecht vertegenwoordigde mogendheden, Engeland uitgezon
derd, feitelijk de gehele onderhandeling uit den boze achtten2).
In Frankrijk vielen echter in deze tijd gebeurtenissen voor, welke
in de status quo een aanmerkelijke wijziging teweeg brachten. In de
koninklijke familie, waaraan het vorig jaar reeds de dauphin ont
vallen was, had een reeks sterfgevallen plaats, voornamelijk als
gevolg van de bedroevende stand der toenmalige medische weten
schap. In Februari overleed de hertogin van Bourgondië,
!°3
9 De onderhandelaars en hun verblijfplaats te Utrecht in Arend p. 936.
2) Arend p. 937-940.