lands. Aldus betoogde de Raad van State in zijn adres bij het aan bieden van de Staat van Oorlog in November van het vorig jaar, een adres, waarin de krachtige stijl, gedegen argumentatie, grondige kennis der geschiedenis en van de Europese toestand de hand van Simon van Slingelandt verraden De vrees zich de vrucht van zo vele overwinningen en zo zware offers te zien ontgaan, en de verklaarbare verbittering om de gewetenloze politiek van het Tory- bewind deden het overige om de Republiek de oorlog boven een nadelige vrede te doen verkiezen. Dat de keurvorst van Hannover zich hierbij gaarne aansloot ligt voor de hand, en ook Denemarken, Pruisen en de verdere Duitse landen stelden zonder bezwaar hun troepen wederom ter beschikking van de Grote Alliantie. Anders was het met Engeland gesteld. Wel zag ook het Tory- ministerie in dat de wapenen voorlopig nog niet konden rusten, en had het Parlement dan ook de nodig geachte middelen toegestaan, wel had ook hier de recrutering en remontering op de gewone wijze plaats, maar of de regering ernst zou maken met de oorlog werd al aanstonds door velen betwijfeld. Het ontslag van Marl^ borough en zijn vervanging door Ormond konden zij, die over enig doorzicht beschikten, moeilijk misverstaan. Albemarle al thans schreef reeds dadelijk naar aanleiding van deze tijding aan Heinsius pour moi je croi que cela marque plus que tout autre chose que les anglois sont seur la paix, et qu'ils ont tout conclu avec les fi ancois. Si par hasardnous devons encore faire campagne. De indrukken en inlichtingen, welke Eugenius tijdens zijn ver blijf in Engeland kreeg, wezen, zoals wij zagen, in dezelfde richting. Reeds zeer spoedig liepen er dan ook allerlei geruchten over een aanstaande vrede. Niettemin ontvingen de Staten, toen zij 14 Maart de koningin opmerkzaam maakten op het vorderen van het seizoen en de wense lijkheid de veldtocht eerlang te beginnen, een geruststellend antwoord. De koningin verzekerde, dat niets was verzuimd om de campagne vroegtijdig te openen en met 'vigeur' tegen de vijand te ageren. Aan de generaal der cavalerie Lumley was geld gezonden tot het oprichten der magazijnende luitenant-generaals Withers en Cadogan hadden reeds de contracten gesloten voor brood en wagens een groot deel der recruten was reeds vertrokken, en de rest der recruten, alsmede remontepaarden en kleding, wachtten op gunstige wind. Ormond zou eerstdaags naar het continent vertrekken 3). Lamberty VI, 711-724. 2) Doornik 24 Januari 1712 (Heins. archief 1710). 3) Eur. Mere. 168. I06

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 130