netelige kwestie. Deze troepen, bestaande uit 16 bataljons a 800 man en 67 eskadrons van 1^0 tot 160 ruiters, waren een zeer welkome versterking; het was echter zaak hun ten minste drie maanden te voren de nodige orders te doen toekomen, daar zij ten dele uit Hongarije en de Oostenrijkse erflanden moesten komen, en hiermee respectievelijk drie en twee maanden gemoeid waren x). Engelands contingent in de Nederlanden bedroeg dit jaar 000 man, namelijk $9 bataljons en 81% eskadron, waarvan 22 bataljons en 19 eskadrons nationale troepen. De Republiek leverde wederom haar aandeel van 1 23 000 man, in 119 bataljons en 11 eskadron met de gewone kern van 73 bataljons en 63 eskadrons nationale troepen. Met enige Spaanse, dat is Zuidnederlandse en andere troepen bereikten de geallieerde strijdkrachten in de Nederlanden een totale sterkte van 206 bataljons en 307 eskadrons. Ondanks de versterking der Keizerlijken was de sterkte aan infanterie 12 bataljons kleiner dan het vorig jaar, wegens kleinere contingenten van Engeland, Pruisen, Saksen en de Palts 2). In Maart benoemden de Staten-Generaal de generaals die te velde en in de frontiersteden het bevel zouden voeren. Algemeen bevel hebber was als voorheen de graaf van Tilly. Behalve deze waren er nog drie generaals der cavalerie, namelijk de erfprins van Hessen- Kassel, Albemarle en Dopf. Daarentegen was, na de dood van Johan Willem Friso, Fagel de enige generaal der infanterie. Voorts waren er 4 luitenant-generaals der cavalerie en 6 van de infanterie; generaal-majoors respectievelijk 13 en 9, brigadiers respectievelijk 8 en 9 3). Dat het de Republiek bij de sterk gestegen rentevoet de grootste moeite kostte de nodige geldmiddelen bijeen te brengen, is be grijpelijk. De Staten van Holland namen, gelijk reeds eerder was voorgekomen, hun toevlucht tot een loterij. Zij moest 12 miljoen opbrengen, verdeeld in 60 000 loten elk van 200 gulden. Er was 18 miljoen aan prijzen, welke werden uitbetaald in obligaties, af te lossen in 30 klassen tot 1742 toe. Het merkwaardig reglement der loterij treft men aan in de Europische Mercurius. Ormond vertrok 20 April uit Engeland om met Eugenius het bevel in de Nederlanden te voeren. Onder hem dienden Lumley als generaal der ruiterij, Orkney als generaal der infanterie. Aan de Rijn voerde wederom de hertog van Wurtemberg het bevel, Feldzüge XIV, Supplement p. g-8. 2) Feldzuge XIV p. 404, verg. Feldzuge XIII p. 133 Lamberty VII, 233. Lijst der Keizerlijke troepen op de verschillende operatietonelen; Feldzüge 67-71. 3) Lijst der bij het veldleger ingedeelde Staatse generaals en der bevelhebbers in de frontiersteden in Eur. Mere. 186, 187. I08

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 132