foerage, waren aangelegd. Voor de hiertoe nodige volumineuze transporten waren de waterwegen van de grootste betekenis. Ten gevolge van de overwinningen der laatste jaren nu waren deze na- genoeg geheel in handen der geallieerden, terwijl de Fransen op wagenvervoer over grote afstanden en langs - vooral in het winter seizoen slecht begaanbare wegen waren aangewezen. In het afge lopen jaar was het nadeel hiervan ten duidelijkste in het licht ge treden; met name was de Franse cavalerie ernstig belemmerd geweest in haar bewegingen. Wij zagen dan ook reeds, dat Marl borough het plan had opgevat de voorziening der Franse maga zijnen te beletten door actie der cavalerie tegen convooien, doch dat de hiertoe nodige wijziging der dislocatie op de kosten was afgestuit. Dat men zich aan Franse zijde beijverde de voorsprong der geallieerden te niet te doen ligt voor de hand; vandaar de^reeds beschreven actie tot verstopping van het Deulle-kanaal en de Scarpe omstreeks midden December. Bij de keuze van dit tijdstip was er blijkbaar op gerekend, dat de eerlang invallende vorst de herstel werkzaamheden zou verhinderen, en hierin hebben de ontwerpers van de aanslag zich niet bedrogen. De 6e Januari toch bericht Albe marle, die tijdens de winter het bevel voerde over de Zuidelijke frontieren, uit zijn hoofdkwartier te Doornik aan de Raad van State, dat de 'continuele' regen en sneeuw, en vervolgens de vorst, het tot nog toe onmogelijk hadden gemaakt met de arbeid te beginnen. Van het bevaarbaar maken van het Deulle-kanaal was voorlopig afgezien; met het herstelwerk aan de Scarpe werd Yvoy belast^ uit hoofde van zijn functie als generaal-kwartiermeester. Voorlopig kon hij weinig anders doen dan de toegang tot de rivier van 's vij- ands zijde door doorsnijdingen te beletten en de rivier te 'detour- neren' om het overtollige water kwijt te raken. Intussen stelde hij orde op de aanvoer van fascines en andere materialen, gereed schappen, onderdak, voeding, legering en verwarming voor het op te roepen werkvolk. Als zodanig dienden 4 a joo turfarbeiders, 'die gewoon sijn in 't water ende moeras te werken', en verder soldaten 1). Met de voorbereidende werkzaamheden was reeds in December begonnen. Hiertoe behoorde ook het opwerpen van een dam in het kanaal bij Arleux, om de watertoevoer vandaar naar de Scarpe te verhinderen; een Frans detachement uit Cambrai stak echter de dam door op Nieuwjaarsdag, zodat Albemarle zich genood- Albemarle a.d. R.v.St., Doornik 6 Januari 1712 (R.v.St. 697). I IO

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 134