Omstreeks dezelfde tijd moet een onderneming van Villars, de commandant te Ieperen, plaats hebben gehad, welke ten doel had een convooi op de Lys tussen Meenen en Rijssel te onderscheppen, en waartoe hij met alle grenadiers van het garnizoen, 400 kara- biniers en 100 dragonders was uitgetrokken. Bij het dorp Houthem ontmoette hij de voorhoede van het escorte, die hij met verlies van enige gevangenen (volgens Pelet 4 officieren en go soldaten) op de hoofdmacht terugdreef. Tegen deze hoofdmacht achtte hij zich echter niet opgewassen, zodat het convooi ongemoeid bleef en Villars met zijn gevangenen huiswaarts keerde x). De geallieerden trokken 22 Maart hun troepen terug uit Binch, na de werken, welke zij in de wintertijd hadden tot stand gebracht, te hebben geslecht en de palissaden naar Bergen te hebben over gebracht. De ontruiming hield waarschijnlijk verband met het concentreren van geallieerde troepen in de kantonnementen tussen Deulle en Scarpeook lag Binch buiten de streek waar de aanstaande grote operaties vermoedelijk zouden plaats vinden2). Na het echec van 's-Gravemoer moesten de bondgenoten op het einde der maand een tweede plaatselijke nederlaag incasseren. Albemarle liet op de ie Paasdag, 27 Maart, het dorp l'Ecluse en het kasteel aldaar door 300 man en een dertigtal ruiters bezetten en versterken en de brug, die de Fransen onlangs hadden afgebro ken, herstellen. De post was van belang als bruggehoofd op de Sensette met het oog op de komende operatiën, en tevens als uit- gangs- en steunpunt voor de partijen welke tegen de vijandelijke convooien zouden worden uitgezonden. Maar ook de Fransen zagen het belang ervan in en besloten zich er van meester te maken vóór men een te grote sterkte zou hebben gekregen. Montesquiou bestemde hiertoe 10 000 man uit Arras, Bapaume en Cambrai, benevens de nodige cavalerie, vier stukken geschut en twee mor tieren, een en ander onder bevel van de luitenant-generaal De Broglie. Deze vertrok des avonds van de 29e uit Arras en kwam in de vroege morgen voor l'Ecluse. Het toeval wilde dat Grove- stins, die te Douai het bevel voerde, de vorige avond de kolonel Savary met 200 ruiters had uitgezonden om te verkennen in de streek tussen Arras en Bapaume. Deze stuitte, kort nadat hij bij in de krijgsraad. De Raad van State besloot daarop de kolonel aan te schrijven, desondanks zitting te nemen en later voor de Raad te verschijnen ter bijlegging van zijn conflict met de kapitein Robberts. Verdere stukken aangaande het proces hebben wij niet aangetroffen. R.v.St., Res. 19 April, 6 Juni, 13 Juni (R.v.St. 180). Van Franse zijde over de actie: Pelet XI, p. 18, 19, waar de verliezen der geallieerden sterk zijn overdreven, t) Pelet p. 21. 2) ld. p. 19. I 20

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 144