'mit mir ein und anders abzureden, wie auch geschehen, und ich es bei obangezogener Zusammenziehung der Armee auf den angesetz- ten Termin in dem Absehen bewenden lassen, dass man in den Operationen immer so lang fortzufahren trachten miisse, als sich von Seiten England dagegen keine wirkliche und öffentliche Opposition spiiren lasset'een weerklank van de weinig bemoedi gende ervaringen in Engeland opgedaan 1). Vegelin en Cadogan vertrokken i April uit Den Haag, en het resultaat van hun bespreking met Eugenius vernemen wij uit een brief van eerstgenoemde van 6 April uit Doornik: 'In gevolge van Haar Mog.secrete resolutie van den 2 deser hebben de Lt.-Gen. Cadogan en ik aanstonds op onse komste alhier met den Gen. Grave van Albemarle en de presente generaals over het nemen van een post op de Sensette gesproken en de saak als ten uytterste nodig gearresteert. Latende de verkiesing van een bequame plaats onberaamd, ter tijd en wijlen toe dat (de troepen bij de hand sijnde) men op het terrain sulks best sal konnen oor delen. Maar dewijl de ordres tot de marsch eerst van avond sullen konnen afgaan, sal d'executie van dit project nog wel eenige dagen moeten aanlopen'. Albemarle had vóór hij van de genoemde resolutie kennis droeg, zijnerzijds reeds in een brief aan Eugenius van 3 April de noodzakelijkheid betoogd zich van de overgangen over de Sensette meester te maken en de vijand hierbij vóór te zijn, daar men anders grote moeite zou hebben om in de vlakte van Cambrai te dé- boucherenhet bruggehoofd van Bouchain toch had hiertoe geen voldoende capaciteit. Uit deze brief leren wij ook, dat Albemarle zich reeds bad voorgesteld, de operatie de 6e of 7e in het werk te stellen. De poging tot het bezetten van l'Ecluse op 27 Maart was hiertoe de inleiding geweest, die echter was mislukt doordat de bezetting slecht haar plicht had gedaan. Hij wilde nu de onderne ming op grote schaal de 10e hervatten, en had reeds een nieuwe dispositie gemaakt voor ongeveer $o bataljons en 100 eskadrons van de onder zijn bevel staande troepen2). Nader werd besloten de onderneming de 12e te doen plaats heb ben. De 9e, 10e, en 11 e begaven de aangewezen troepen zich naar het rendez-vous, in de omgeving van Flines, ten Noordoosten van Douai. De artilleriecommandant te Douai verzamelde de nodige wagens, materialen en pioniergereedschappen voor de op te werpen Feldzüge XIV, Supplement p. 100. 2) Seer. Res. St.Gl. 2 April 1712 (St.Gl. 2357). Vegelin a.d. St.Gl. Doornik 6 April (St.Gl. 8230). Albemarle aan Eugenius van Savoye, Doornik 3 April 1712 (kopie); (Heins. arch. 1710). 122

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 146