Arras en de Sambre. De voornaamste samentrekking was echter die van io April, toen 72 bataljons in de Scarpe-Sensettelinie trokken. De 14e volgden hierop 7 4 eskadrons welke uit de achterwaartse kantonnementen (Maubeuge, Landrecies, Avesnes, Péronne, Cer- camp, Doullens) naar Cambrai en Arras oprukten, en, om de magazijnen te sparen, op enige afstand achter de linies kanton- neerden. In Mei werden nog meer troepen aangetrokken, zodat de 24e het leger als geheel geconcentreerd kan worden beschouwd. Villars had zijn hoofdkwartier te Oisy, Montesquiou te Arras, daarna te Vis-en-Artois. Albergotti voerde het bevel in de linies Westelijk van Arras, Broglie en Vieuxpont vandaar tot de Schelde Omtrent de plannen der geallieerden was Villars tot nog toe in het onzekere. Hij was echter terecht overtuigd dat Eugenius niets liever wilde dan slag leveren. Daar het front en de linkervleugel der Fransen door sterke stellingen waren gedekt, zou de vijand zijn doel naar alle waarschijnlijkheid trachten te bereiken door om trekking van de rechtervleugel, gevolgd door overgang over de Schelde Zuidelijk van Cambrai. Hierop wees ook het bruggehoofd van Bouchain, en wezen de grote aantallen voertuigen welke de ge allieerden, naar men aan Franse zijde wist, verzamelden. Villars hield dan ook in de eerste helft van Mei uitgebreide verkenningen in de vlakte ten Oosten der Schelde tot bij St. Quentin toe. Zij leidden tot de slotsom: ie, dat zich nergens een stelling bevond, geschikt om 's vijands opmars tegen te houden, en 2e, dat de Schelde hoven Marcoing geen waarde bezat als hindernis. Bovendien, al zou men aan de Boven-Schelde stand houden, men zou Eugenius moeilijk kunnen beletten na een verrassende mars de Schelde beneden Cambrai te overschrijden, waardoor de Sensettestelling zou vallen, wat de koning tot iedere prijs wilde vermijden. Wilde men dus voorkomen, dat de geallieerden in de rug van het leger doordrongen, dan zat er niet anders op dan ergens aan de Boven- Schelde in het open veld slag te leveren, juist wat de vijand wilde en wat de koning wilde voorkomen. Villars zag echter een betere oplossing, en opperde haar in een brief aan Voysin van 14 Mei. Het zwakke punt in de geallieerde opmars zouden de verbindingen zijn. Villars nu wilde rea geren door zijnerzijds over de Sensette te gaan en het leger met omgekeerd front te doen stelling nemen in de lijn Arras- Bouchain. Hij behield dan de verbinding met Frankrijk over Arras PeletXI-22, 229, 39. 134

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 158