en Valenciennes, had de beschikking over de magazijnen dier
plaatsen en kon eventueel het beleg slaan voor Douai. Voor de
geallieerden zou, zodra de medegevoerde voorraden en die van het
magazijn van Bouchain verbruikt waren, geen keus blijven dan
terug te keren, hetzij met een grote omweg over Bergen, hetzij
met een weinig minder grote Westelijk van Arras, waar zij op de
magazijnen van Bethune konden steunen 1).
De maarschalk erkende, dat er bezwaren tegen zijn conceptie
waren, die hem echter niet doorslaggevend voorkwamen. Het
voornaamste er van was, dat men Noord-Frankrijk tot de Oise en
Scmme ten prooi liet aan de vijandelijke ruiterbenden, en de
slechte indruk hiervan in Europa en niet het minst in Frankrijk. De
koning wilde van een zozeer naar hazardspel riekende handelwijze
clan ook niet weten. Hij zag het meeste heil ingeval van een geallieer
de overtocht over de Boven-Schelde in stelling nemen tussen de
Schelde en de Marquion, ongeveer van Cambrai tot Sailly of Inchy;
ten naaste bij dus de stelling welke Villars 6 Augustus van het vorig
jaar had betrokken, doch met omgekeerd front 2). Hiertegen
verzette de maarschalk zich met alle nadruk welke de voorzichtig
heid in een meningsverschil met het hof gedoogde. Enerzijds
stelde men het leger in geval van een nederlaag aan vernietiging
bloot; anderzijds, zo betoogde hij, kon de vijand, indien hij niet
verkoos aan te vallen, zijn mars een dag voortzetten, zich bij Vis-en-
Artois achter de Boven-Sensette plaatsen, en Arras belegeren. Om
deze grondpijler van het verdedigingssysteem te redden zou dus
toch weer een slag, en dan aanvallenderwijs, geleverd moeten
worden. Zoals Villars de toestand zag, viel aan slag leveren - daar
de koning de Sensette-overgang niet wilde - niet te ontkomen, en
dan was het beter de vijand aan de Boven-Schelde tegemoet te
gaan. Er bevond zich een bosrijke streek ten Oosten van Le
Catelet, tussen Beaurevoir en Bohain, en tijdens het déboucheren
uit deze défilé's zou wellicht kans bestaan met succes tot de aanval
over te gaan 3).
Voysin voerde, namens zijn gebieder, weder tegenargumenten
aan, waarop wij thans niet willen ingaan. Beiden bleven bij hun
mening. Tenslotte zette de minister in een brief van 24 Mei
nogmaals het standpunt van de koning uiteen. Het plan, de Sensette
over te gaan, beschouwde de monarch als geheel van de baan; hij
gaf nogmaals uitdrukkelijk zijn voorkeur te kennen voor de Cam-
13 s
Villars aan Voysin, kamp van Oisy 14 Mei 1712, bij Pelet 441 vlg.
2) Voysin aan Villars, Versailles 17 Mei, bij Pelet 446 vlg.; idem 20 Mei, 450 vlg.
3) Pelet 4jj, 456.