brai-Marquion-stelling, doch was verstandig genoeg om tenslotte aan Villars de keus te laten, mits deze in ieder geval zorg droeg, dat de vijand zich niet, door Schelde-overgang beneden Cambrai, van de Sensettestelling meester maakte 1). GEALLIEERDE OPMARS DE 'RESTRAINING ORDERS' In de morgen van de 26e Mei zetten de beide geallieerde legers zich in beweging, elk op vier colonnes. Bij Neuville en Lourche werd, over acht bruggen, de Schelde gepasseerd. Het nieuwe kamp, reeds de vorige dag door de kwartiermeesters uitgezocht, strekte zich uit over een lengte van niet minder dan 18 km van Noyelles tot bij Neuilly, met de Celle in de rug. Het leger van Ormond vormde de linker, dat van Eugenius de rechtervleugel. Eerst genoemde vestigde zijn hoofdkwartier te Solesmes, Eugenius te Haspre. De cavalerie was in elk der twee kampen op de linker vleugel gelegerd, met het oog op de foerage, die slechts tot en met deze dag was medegevoerd; brood daarentegen tot en met de 29e. Tot beveiliging van de aanvoerlijn van Marchiennes tot Denain was Albemarle met 12 bataljons en 30 eskadrons te Denain achter gebleven, waar een verschanste legerplaats werd ingericht2). De mars der bondgenoten kwam voor Villars niet onverwacht, HOOFDSTUK V (Zie schets nr 4) 1) Villars komt in een brief van 22 Mei nog eens terug op het denkbeeld het leger over de Sensette te brengen. Hij erkent echter de bezwaren er tegen (o.a. het bloot geven van Noord-Frankrijk) en daar niet alleen de koning, maar ook Puysegur en St. Fremont er tegen zijn, ziet hij er van af. Voysin schrijft de 24e uit Versailles o.a.'Sa Majesté croit que vous faites fort bien de ne plus penser a mettre son armée de 1 autre cöté de la Censéevous en avez fort bien connu toutes les raisons, et il est inutile de les repeter'. Sautai stelt o.i. ten onrechte Lefèbre d'Orval, raadsheer in het Parlement van (Frans) Vlaanderen, voorop als de geestelijke vader van de 'Manoeuvre de Denain Deze oppert het plan eerst 27 Mei in een memorie, uit Kamerijk, waar hij doorgaans verblijf hield, aan Voysin gezonden. Sautai heeft blijkbaar de brief van Villars van 14 Mei over het hoofd gezien. Zie de brieven bij Pelet XI, p. 441 vlg.Lefèbre d'Orval aan Voysin, Cambrai 27 Mei, bij Sautai l.c. p. 112, en Sautai's conclusie, aid. p. 87. Zie ook de brieven van Voysin aan Villars van 10 Mei, 13 Juni; van Voysin aan Broglie en van de koning aan Villars 17 Juli; Villars aan Voysin 21 Juli bij Arend-v. Vloten 4e Dl. 2e Stuk p. 9^4 vlg., ontleend aan Giraud: 'La bataille de Denain' (Revue des deux Mondes, October 1870 p. £00). 2) Verbaal Gedep. te velde 26 Mei (St.Gl. 8230). Frederik van Hessen-Kassei a.d. R.v.St. 26 Mei (R.v.St. 699). 136

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 160