schrijven waar hij zegt: 'Nothing in the history of civilized peoples
has surpassed this black treachery' 1).
Inderdaad ontving Villars de 2^e onder strikte geheimhouding
kennis van de order vanwege de koning. Nog dezelfde dag stelde
hij zich, in een brief die quasi over de uitwisseling van de nog steeds
in Engeland vertoevende d' Alegre handelde, in verbinding met
Ormond. In de eerste plaats toch kwam het er op aan te weten of
de voorgeschreven inactiviteit alleen op de 20 bataljons en 19
eskadrons nationale Britse troepen of op alle in Britse soldij staande
strijdkrachten betrekking had. In het eerste geval immers zou de
wijziging in de sterkteverhouding nog niet van dien aard zijn dat de
geallieerden van een veldslag behoefden af te zien. Het antwoord
van ormond, van de 26e, was echter in algemene termen vervat,
omdat hij zelf evenzeer in het onzekere verkeerde. Alles zou af
hangen van het standpunt der betrokken generaals en in het bijzon
der van de respectieve regeringen2).
Dat de weigering van Ormond aan enige operatie deel te
nemen een voorlopige staking van de opmars ten gevolge had ligt
voor de hand. Hij trachtte Eugenius te bewegen een andere
positie met de legers in te nemen, onder voorgeven dat zijn linker
vleugel te zeer blootgesteld stond, doch de prins weigerde dit,
zeggende dat hij nog van voldoende foerage voorzien was. De ware
reden was, dat hij niet wilde dat de vijand zou begrijpen dat een
stilstand in de operatiën was ingetreden. Het bleef voorlopig bij
enkele kleine huzarengevechten 3).
Intussen was, in de avond van de fatale 29e Mei, Tilly in het
leger aangekomen en had hij het opperbevel over de Staatse troepen
van de erfprins overgenomen. De 31e arriveerde tenslotte de
graaf van Vehlen met de Paltsische troepen in het kamp. Onderwijl
was men bezig de zware artillerie te debarkeren, die de 27e te
Marchiennes was aangekomen.
Met spanning zagen de Gedeputeerden de orders uit Den Haag
tegemoet. Aldaar had men het alarmerend bericht van Ormonds
verklaring de 31e ontvangen. Reeds dadelijk kreeg de extra-
ordinaris gezant in Engeland, de heer Van Borsele, opdracht ten
sterkste bij de Britse regering te protesteren. In een resolutie van
1 Juni besloten daarop de Staten, de Gedeputeerden aan te schrij
ven, de 'surprise' van de Staten jegens Ormond kenbaar te maken,
Ged. te velde aan Fagel, Avène-le-Sec 29 Mei (St.Gl. 8230); Eugenius a.d. keizer, Haspre
29 Mei (Feldzüge, Supplement 129 vlg.); Churchill II-9454
2) Dat Ormond de orders reeds de 24e had ontvangen blijkt uit zijn brief aan Villars van 26 Mei,
waar hij spreekt van 'avant hier', bij Pelet 462.
s) Feldzüge, Supplement p. 134.
I40