een groot aantal volontairs de expeditie, onder wie verscheidene
Friese edellieden 'en andere jongelieden van goeden huize'.
Wij komen nu tot het verhaal van de tocht. De ioe Juni om 4 uur
in de namiddag begaven zich de verschillende eskadrons naar het
rendez-vous. Dit was aan de linkervleugel van het leger van
Eugenius, dus tussen Haspre en Solesmes. In zake het uur van de
afmars bestaat weer de gewone onzekerheidvolgens Grovestins
des avonds 6 uur, volgens anderen 8 a 9 uur. De gehele avond en
nacht werd doorgereden totdat men om vier uur 's morgens, na
een mars van ongeveer 4^ km, de doorwaadbare plaats in de Aisne bij
Proisy bereikte. Zonder hinder werd de rivier overgestoken; het
water kwam tot de buik van de paarden. De Fransen hadden deze
belangrijke post door een afdeling dragonders willen doen bewaken,
maar 'la dame du lieu' wist gedaan te krijgen dat er wegens het
ongemak voor haar en de bevolking van werd afgezien.
Na de overtocht detacheert Grovestins de Keizerlijke kolonel
Splenyi met 200 huzaren en $o dragonders van Audigny naar
Crecy tot het ophalen van gijzelaars, en met opdracht zich te
Cense aux Groseilles weer bij de hoofdmacht aan te sluiten. Deze
zet de mars voort naar Vervins, waar zij te 8 uur aankomt. Intussen
bewijzen het luiden van klokken en kanonschoten, die uit ver
schillende richtingen worden gehoord, dat de vijand gealarmeerd
is. Vervins, de plaats waar in 1^98 de gelijknamige vrede werd
gesloten, had geen andere verdediging dan zeer vervallen middel
eeuwse muren en poorten en enige slecht gewapende burgers. Deze
willen aanvankelijk weerstand bieden, doch als de dragonders
afzitten kiest het stadsbestuur de wijste partijde contributie
wordt geregeld en gijzelaars worden gegeven.
In Vervins wordt slechts drie uur gerust en inmiddels worden
wijd en zijd partijen uitgezonden naar de omliggende dorpen. Voorts
wordt de mars de gehele dag voortgezet tot des avonds 11 uur
van de 11e Cense aux Groseilles wordt bereikt. Die dag waren
vanaf de Oise ongeveer 6^ km afgelegd. Onderweg sluiten zich de
huzaren van Splenyi aan, nadat zij te Crecy duchtig hadden huis
gehouden en enige huizen in brand gestoken.
De nachtrust te Groseilles was niet overdadigreeds om uur
s morgens van de 12e klonk het bevel voor de afmars. Om 7 uur
bereikte men de Aisne bij Neufchatel. Ook hier wilde de burgerij
tegenstand bieden, doch zij liet bij het naderen der dragonders dit
voornemen varen, zodat de rivier ongehinderd kon worden gepas
seerd. De Staatse ruiters stonden thans op 20 km van Reims. In de
gehele omtrek heerste schrik en ontsteltenis, waartoe het optreden
149