bewijs van de zijde van de gouverneur en vriendelijkheid van die der burgerij ontvangen, onder anderen ook van de nichten van wijlen de luitenant-generaal Dompré, die voorheen met hem in Breda hadden gewoond en na de dood van hun neef naar hun geboorteland waren teruggekeerd. Na een uur of drie oponthoud werd doorgemarcheerd tot Xivray, waar men des avonds i o uur aankwam, na die dag 4^ km te hebben afgelegd. De 1 ^e werd de Moezel overschreden bij Pont a Mousson, en de Seille bij Nomeny, waarna een uur verder tot legering werd over gegaan. De opzet was geweest de Seille een uur ten Zuiden van Metz over te gaan; de hoge waterstand had dit evenwel belet, met het gevolg dat men aanmerkelijk later dan de bedoeling was voor Metz aankwam, en de boeren tijd hadden zich met hun have in veiligheid te stellen. De 16e Juni verscheen het detachement voor Metz. Het werd op enige afstand in bataille opgesteld, waarna Grovestins twee brieven liet overhandigen respectievelijk aan de gouverneur en aan de inten dant, waarin verzocht werd, toe te staan, dat de ingezetenen van het bisdom zich onder contributie stelden, daar hij anders, hoewel tot zijn leedwezen, genoodzaakt zou zijn de dorpen in brand te steken. Toen hierop een weigerend, op min of meer uitdagende toon gesteld antwoord werd ontvangen, kregen de huzaren en de dragonders van Colin Lambert order tot de executie over te gaan. Een detachement dragonders bezette de weg naar Verdun, waar volgens berichten vijandelijke cavalerie was aangekomenhet gros van het detachement bleef op de hoogte van St. Barbe voor Metz, ten einde de bezetting in toom te houden. Binnen drie uur tij ds gingen ongeveer 34 dorpen en gehuchten en 18 kastelen in vlammen op. Gelukkig wil dit niet zeggen, dat de dorpen tot het laatste huis verbrand werden, want volgens de uit de ingediende declaraties opgemaakte lijsten bedroeg het aantal afgebrande huizen 176. Drie personen waren gedood, 3- zwaar gewond, 20 gevangen; voorts 335^ paarden, 137 stuks hoornvee, 26 varkens en 418 schapen buit gemaakt. De totale aangerichte schade werd op een half miljoen livres geschat. Tot de afgebrande plaatsen behoorde ook de voorstad St. Julien. Colin Lambert was met dit deel der operatie belast, en slaagde erin ondanks het geschut- en geweervuur uit de stad 1). Opgemerkt dient te worden, dat het doel der executie, het Berland p. 98-101De lijsten der declaraties bevinden zich in handschrift in de stadsbibliotheek te Metz.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 175