43° km afgelegd, een gemiddelde dus van een $o km per dag, voorwaar een kranige verrichting. Bij de tocht gingen 223 paarden verloren, waarvan een derde ten gevolge van de mars zelf, wat zeker geen te groot aantal is. De andere waren, zoals Grovestins schrijft, 'pris par les paysans, a quoi le vin, dont toutes les caves étoient remplies, a donné lieu'. Weliswaar moet op de verdere tocht nog een aantal paarden bezweken of op andere wijze verloren zijn gegaan; de volledige staten geven althans het getal van 3^9. Aan personeel werd lóc man verloren, hetzij afgedwaalden, deserteurs of maraudeurs die in handen van boeren vielen. Velen kwamen later nog terecht; som migen zelfs via Zwitserland. Aanraking met de vijand had feitelijk niet plaats gehad, en dit brengt ons op de kwestie der achtervolging. De ne Juni had Villars op het bericht van de inval van een cavalerie, welker sterkte het gerucht tot 4000 man opvoerde, niet minder dan 48 eskadrons ter vervolging aangewezen, namelijk 20 onder St. Fremont, 26 onder Coigny en 12 onder St. Maurice, over wie St. Fremont het algemeen bevel voerde. Een deel dezer troepen was reeds sedert 30 Mei gekampeerd bij Ribemont; de andere kwamen hier in de nacht van 11 op 12 Juni. Des namiddags van de 13e was het detachement te Montcorneteen achterstand van ongeveer drie dagmarsen als men bedenkt dat Grovestins die avond te Beauze overnachtte. Een massa van bijna 60 eskadrons bewoog zich dan ook niet zo gemakkelijk als de 1800 man van Grovestins; bovendien had St. Fremont al spoedig last met de verpleging. Om aan deze bezwaren tegemoet te komen verdeelde hij zijn macht in tweeën: Coigny zou met 23-00 man over de Aisne gaan bij Rethel; hijzelf met de rest bij Chateau-Porcien. Bij het aanbreken van de dag van de 14e zijn deze plaatsen bereikt. Van hieruit ging Coigny met 2300 man vooruit op Verdun; St. Fremont met 1300 man op St. Menehould 1). Coigny moet in de avond van de 1 3e te Verdun zijn aangekomen. Bedenkt men dat Grovestins toen bij Nomeny overnachtte, dan blijkt dat diens voorsprong aanmerkelijk was verminderd, gevolg van het feit dat ook Coigny met grote snelheid had gemarcheerd, en van de omweg die Grovestins moest maken om de Seille over te steken. Coigny hoopte de vijand de weg te kunnen afsnijden indien deze de terugweg zou nemen over Longwy of Luxemburg wat, gelijk wij weten, anders uitkwam. St. Fremont schijnt niet 1 £3 Pelet 47, 48. Berland p. 66, 79, 86, 89. Van de achtervolging krijgen wij geen volledig beeld.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 177