verder gekomen te zijn dan St. Menehould. Het blijkt ook niet dat Coigny de 16e op Metz is gemarcheerd; begrijpelijk is echter dat Grovestins met deze mogelijkheid rekening hield en daarom nog in de nacht van de 16e naar de Saar vertrok. Dat de koning en Villars ontevreden waren over de achter volging is verklaarbaar, maar toch is zij niet geheel vruchteloos geweest. Zonder haar zouden de gevolgen voor Frankrijk nog veel ernstiger zijn geweest. Zij belette Grovestins lang op één plaats te vertoeven, en was oorzaak dat slechts één van de drie bisdommen door executie werd geteisterd, wat anders zeker met alle drie het geval geweest zou zijn. Na de rust bij Thalfang had het detachement nog een lange terugweg voor de boeg. De 2oe Juni werd bij Morbach voor het eerst een dag rust gehouden. Verder werd de tocht in kleine etap pes, afgewisseld door rustdagen, voortgezet, wat vooral nodig was om de paarden weer op hun verhaal te doen komen, en voorts ook om te foerageren en de onberedenen in te wachten. De 2 ie kwam men te Losbören, dicht bij Trarbach, dat door een deel van het nationale regiment Saksen-Eisenach was bezet. Hier werden de nog resterende gijzelaars ingeleverd. Van de 300 waren er nog 9£ aanwezig; de anderen waren losgelaten, ontsnapt of achter gebleven, zodat er met de gijzelaars ongetwijfeld min of meer slordig is gehandeld. Ook werd hier het vee verkocht. De terugweg voerde verder langs Koblenz, waar het detache ment de 28e over de Moezel ging. Door het schone Rijndal ging het naar Bonn dat Juli, vervolgens naar Burtscheid bij Aken dat 12 Juli en naar Maastricht dat 1 Juli werd bereikt, en waar de troep voor het eerst weer normaal werd ondergebracht. Bijzonder heden vielen onderweg niet voor, behalve dat Grovestins in het voorbijgaan op Oranienstein bij Dietz een bezoek bracht aan de vorstin-weduwe van Johan Willem Friso. Van Maastricht, waar drie rustdagen werden gehouden, ging het over Tongeren, St. Truyen en Thienen naar Leuven, dat de 2 je Juli werd bereikt. Hier hoorde men van de noodlottige actie bij Denain, die de vorige dag had plaats gegrepen. Tevens werd opdracht ontvangen door te marcheren naar Brussel, waar het detachement de 27e in uitstekende staat aan kwam. Het was aanvankelijk de bedoeling het te bezigen tot beveiliging van de convooien tussen Brussel en Bergen; de 30e ontving Grovestins echter order zich naar Bergen te begeven. Na de nacht te Tubise te hebben doorgebracht, arriveerde het iF4

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 178