de volkomen insluiting zich de 9e Juni met 30 bataljons en 20
eskadrons voltrokken.
De volgende dag werd begonnen aan de circumvallatie; aan
vankelijk op de meest bedreigde plaatsen. Op enkele andere ge
deelten, die aan het terrein voldoende sterkte ontleenden, schijnt
zij niet voltooid of slechts getraceerd te zijn geweest, althans
volgens de plattegrond in de atlas van Fricx. De dorpen Ruesne
en Jolimetz waren er in begrepen; overigens lag zij op 2 a 3 km van
de stad en volgde zij de beek Rhonelle in het Noordoostelijk, de
Escaillon in het Zuidwestelijk gedeelte. Beide beken deden dienst
als hindernis. Het is echter duidelijk dat de voornaamste veiligheid
niet op de circumvallatie doch op de aanwezigheid van het veldleger
achter de Celle berustte. Niettemin werd aan de circumvallatie,
ondanks stoornis door grote regenval, met ijver voortgewerkt x).
Ook overigens vatte Fagel, de commandant van het insluitings
leger, het hem opgedragen beleg met kracht aan. Na een grote
verkenning op de 1 oe liet hij nog dezelfde avond een drietal voor
uitgeschoven retranchementen opwerpen en bezetten door te
zamen 800 man, op enkele honderden meters van de stad, welke
posten dienden om de vijand binnen de stad te houden en als
steunpunt voor verdere verkenningen. De Labadie was echter niet
van zins zich zo gemakkelijk te laten opsluiten. Reeds de ne
hadden pogingen plaats de bezetting van enige dier posten te
'couperen', wat niet gelukte. Een nieuwe uitval had plaats 's mor
gens 3 uur van de 12e door 100 grenadiers, yo onbereden en $o
bereden dragonders, welke troepen, na enige verliezen te hebben
geleden, moesten terugtrekken.
Deze actie kon gelden als inleiding tot een grotere onderneming,
welke des namiddags 6 uur geschiedde. Het doel was de post op de
weg naar Bavay die, naar de Europische Mercurius bericht 'met een
slegt werk gedekt en van agteren geheel open' was. Uit de poort
van Valenciennes trokken hiertoe £$o grenadiers en fusiliers, 30
onbereden en 100 bereden dragonders en 80 werklieden, onder
bevel van Jarnac. De slechts 200 man sterke bezetting ging terug
in de richting van het kamp, totdat zij door de piketten van de
naastgelegen regimenten werd bijgesprongen, en te zamen met deze de
post kon hernemen, vóórdat de vijand tijd had deze te slechten.
Beide partijen hadden nogal enige verliezen te betreuren; de
geallieerden waarschijnlijk in de eerste, de Fransen in de tweede
fase; zij moeten aan beide kanten om en bij de 100 man hebben
157
1Voor de circumvallatie en dislocatie van het insluitingsleger zie men de atlas van Fricx. Ordre
de bataille van het insluitingsleger in Feldzüge, 144.