'Porte de la Forêt'. Voor de Keizerlijke attaque was hieraan het nadeel verbonden dat de nadering ten dele liep over een soort landtong tussen de vijver en de stadsgracht, waar gemakkelijk een frontale weerstand was te organiseren. Hetzelfde gold, hoewel in mindere mate, voor de ruimte tussen de beide vijvers, waarover men het ravelijn moest naderen. Het blijkt niet waarom de direc teurs juist dit front hebben gekozen, dat ook het nadeel had dat het artilleriepark aan de tegenovergestelde zijde der stad lag. Men kan slechts aannemen, dat zij voor hun keus goede reden hebben gehad, welke wellicht te zoeken is in de gunstige opstellings mogelijkheden voor de artillerie, alsmede in de geringe defensieve waarde van het Bastion Vert. De leiding der werken berustte in de Hollandse attaque bij de directeur Hertel, in de Keizerlijke bij zijn collega Sas van den Bosch. Fagel verplaatste, om dichter bij de attaques te zijn, zijn kwartier van Ruesnes naar Jolimetz, waar ook de directeurs hun verblijf hadden. De eerstvolgende dagen maakten de werken aan beide attaques voorspoedig voortgang. In de nacht van 20 op 21 Juni werd aan de Hollandse attaque een achterwaartse communicatie gemaakt, benevens een dekkings loopgraaf voor een op te werpen batterij. Aan de Keizerlijke attaque verlengde men de eerste parallel naar links tot dekking tegen uit vallen, waarvoor men hier, wegens de nabijheid der flêches, meer dan in de nevenattaque op zijn hoede moest zijn. Des nachts van de 21e op de 22e Juni werd aan de rechter attaque een linie 'getrokken' tegenover de tussen de vijvers gelegen redoute als voorbereiding tot verdere actie tegen dit werk. Hiermee werd een nieuwe attaque begonnen, die uiteindelijk tegen het ravelijn was gericht, en zijwaarts door de vijvers werd begrensd. Zij wordt de 'gemeene attaque' genoemd, en stond onder leiding van de directeur De Bruyn. Bij de linker attaque werd een borst wering voor de ruiterij voltooid, en op de linkervleugel een kleine redoute tot dekking tegen uitvallen opgeworpen. Tussen de 22e en 23e werden bij de rechter attaque in de linie tegenover de redoute twee batterijen van respectievelijk 6 en 4 stukken opgeworpenniet ver vandaar werd tevens een batterij van 6 mortieren in stelling gebracht. Des morgens 6 uur deden de belegerden een uitval met 200 grenadiers en dragonders uit de poort St. Martin (men zou verwachten uit die van Valenciennes) op de arbeiders. De dekkingstroepen lieten de vijand tot op zeer korte afstand naderen en gaven toen een salvo, dat de aanvallers overhaast de vlucht naar de contrescarp deed nemen, met achter in

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 185