lating van een aantal doden, gewonden en gevangenen. Wederom een bewijs dat een dergelijke uitval alleen bij verrassing kans van slagen had1). Des namiddags 6 uur werd uit de genoemde drie batterijen het vuur geopend op de redoute en de aangrenzende retranchementen. Tevens werd een twintigtal 'Handmortiertjens van Koehoorn' in de loopgraven gebracht, om het vuur uit de vesting te neutraliseren. Bij de linker attaque werd de 'staart' der loopgraven verbreed, de opgeworpen redoute verbeterd en aan banketten gewerkt. Vanuit de parallel werd een aftakking gemaakt, waarin een batterij werd opgeworpen en met 6 houwitsers en 6 mortieren bewapend. Nog dezelfde avond gaf Fagel de bevelen voor de bestorming van de redoute, die door slechts man bezet was. Terwijl de generaal zelf in de loopgraven bij de aanval tegenwoordig was, maakten 200 a 300 grenadiers zich tot de storm gereed. Nog voor deze echter ter plaatse waren vluchtte de vijand op het eerste kanonschot 'uit schrick' uit de redoute, zodat Fagel zich haastte enig personeel uit een nabijgelegen voorpost in het werk te werpen. Op enige afstand achter de redoute bevond zich een door 3-00 man bezet retranchement. De bezetting hiervan trachtte weliswaar de redoute te hernemen, doch werd door het geweervuur der belegeraars teruggedreven, zodat deze met weinig moeite en zonder enig verlies meester bleven van dit belangrijke werk van waaruit nog dezelfde nacht een nieuwe naderingsloopgraaf werd begonnen. In de nacht van 24 op 2^ Juni werd zowel bij de Hollandse als bij de Keizerlijke attaque een tweede parallel gegraven. Intussen werden ook de voornaamste batterijen gebouwdbij de Hollandse attaque een bresbatterij van 18 stukken op ongeveer 330 m afstand tegenover de rechter face van het Bastion Imperialbij de Keizerlijke een batterij van 14 stukken, die bijna in het verlengde van het aangevallen front lag en bestemd was om op afstanden van 600 tot 1000 m écharperend te vuren op de facen van de beide bastions en het ravelijn, en frontaal tegen de linkerflank van het Bastion Imperial. Aan de Hollandse zijde bovendien nog een batterij van 10 stukken, die op 800 m afstand frontaal vuurde tegen het 'Bastion Vert' en de courtine, en tenslotte nog 24 mortieren in drie batte rijen of 'ketels'. Bij de Hollandse attaque hadden nog twee kleine uitvallen plaats (met ij a 20 man); 's morgens 3 uur van de 2^e. De 26e 's morgens 'clocke halv vijff' openden 30 kanonnen en 24 mortieren het vuur op de wallen en buitenwerken van de stad, Pelet 484; Eur. Merc. no. I 60

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 186