wel met zo goede uitwerking dat, naar wij vermeld vinden, de batterijen op de wallen reeds tegen de middag grotendeels gede monteerd waren, zodat de verdedigers nadien met niet meer dan twee of drie stukken hebben kunnen vuren. Dezelfde dag, 12 uur des middags, boekten de geallieerden wederom een groot succes bij de attaque van De Bruyn. Het gold de bestorming van het retranchement dat, op een 200 m vóór de contrescarp, de ruimte tussen de vijvers afsloot. Daar het geen flankeringsinrichtingen bevatte, was het 'gemaeckt als een glacis van een contrescarp' en gepalissadeerd. Drie honderd grenadiers kregen bevel het te bestormen. Evenals bij het nemen van de redoute moet hier wederom een falen van de verdediging worden geconstateerd. De verdedigers toch namen op de eerste décharge zo overhaast de vlucht, 'dat men dezelve over eikanderen zag tuimelen'. Op deze terugtocht leden zij, volgens deserteurs, zware verliezen door het vuur der geallieerden, zo dat een regi ment wel 60 doden en gewonden had te betreuren. De geallieerden moeten omstreeks 20 man aan doden en gewonden hebben ver loren, ook door het vuur uit de vesting dat tot dekking van de terugtocht diende. Onder de doden wordt de ingenieur Nimegen genoemd 1). Bij alle drie de attaques werden de naderingen nu met kracht voortgezet. De 27e was men bij de Hollandse attaque reeds tot 16 pas van de palissaden gekomen. Dagelijks openden thans nieuwe batterijen het vuur. Weliswaar werd nu ook de weerstand sterker. In de nacht van de 28e op de 29e, toen op 10 pas van de palissaden reeds een linie van 70 of 80 pas was tot stand gebracht, kwam een Franse uitval los, met het gevolg dat alle schanskorven omver werden geworpen. Een tweede uitval bracht de arbeiders zodanig in verwarring dat het werk moest worden gestaakt, en men zich ertoe moest bepalen een deel van de reeds geslechte linie wederom te bezetten. Bij de atta que van De Bruyn, waar gewerkt werd aan een linie van schans korven naar de saillant van de bedekte weg, was het vijandelijk vuur zo hevig, dat 'eenige wanorde' onder de arbeiders ontstond. De neiging om zich in veiligheid te stellen uitte zich in medelijden met de gewonden werd er een weggebracht, dan ging een troepje van vijf of zes man mee, zonder dat de officieren het konden beletten2). Fagel a.d. St. Gl. 27 Juni (St.Gl. £036). Eur. Mere. 111, 112. Pelet 485. Eur. Mere. 111, 112. Het Franse journaal is over deze uitval veel minder uitvoerig, en zegt slechts: 'vers une heure du matin du 29 l'on fit une petite sortie de vingt cinq grenadiers sur la tete d'une de leurs sappes devant le bastion (1), qui reussit trés bien'. l6l

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 187