nommen haben. Was unserseits eigentlich dabei geblieben, kann
E.k.M. positive noch nicht sagendas Feuer aber war sehr gross
und mit dem hat es nicht wohl leer abgehen können'.
De bestorming had ongeveer twee uur geduurdhet hevigste
vuur ongeveer een uur, volgens de Mercurius 'zo verschrikkelijk, dat
men schier geloofde geen mensch ongekwetst daar van te konnen
komen'. Toch viel het verlies, althans volgens deze zegsman, nog
mee, namelijk ruim 100 doden en ongeveer 330 gekwetsten.
De Gedeputeerden schatten het, in hun brief aan de Staten van de
2e, op een 600 doden en gewonden. De verliezen der verdedigers
vinden wij opgegeven als 100 doden en 300 gewonden, welke
getallen, indien zij juist zijn, wijzen op een zware strijd in de be
dekte weg. In allen gevalle is deze nacht aan beide zijden veel ge
offerd op het altaar van Mars
oor alle zekerheid voorzagen de verdedigers in de nacht van
1 op 2 Juli de bres van het Bastion Imperial - die van het Bastion
Vert hep nog geen onmiddellijk gevaar - van een verhakking, terwijl
de geallieerden van hun kant hun logementen uitbreidden en ver-
beteiden. In de nacht van de 2e op de 3e viel ook de inspringende
wapenplaats tussen het Bastion Imperial en het ravelijn, en logeerden
de aanvallers zich ook hier achter de bekledingsmuur van de con-
trescarp. Intussen werd reeds gewerkt aan de afdalingen naar de
gracht. Het vullen en oversteken kon misschien nog een of twee
dagen in beslag nemen, waarbij het te stade kwam dat van het pri
mitive Bastion Vert moeilijk enige flankerende werking kon uitgaan.
Het einde was dus ieder ogenblik te verwachten.
V oordien valt echter nog één dramatische gebeurtenis te boek
staven. In de vroege morgen van de 3e lieten de Fransen onder het
Hollandse logement een mijn springen die een meer dan gewoon
aantal slachtoffers maakte. Hoewel het aantal doden en gewonden
van 10 officieren en 1 30 man, dat wij genoemd vonden, overdreven
schijnt, erkent ook de Mercurius dat zij veel schade aanrichtte, en
dat het een geluk was dat de Fransen de gelegenheid niet waar
namen om onmiddellijk een uitval te doen.
Integendeel, nog dezelfde middag tussen drie en vier uur ver
kondigde de chamade het einde van de strijd.
De Labadie wilde vrije aftocht bedingen, doch de tijden waren er
niet naar, een dergelijke gunst toe te staan. Eugenius verlangde
capitulatie op de voet van die van Bouchain, dus krijgsgevangen
schap, en schonk tot middernacht tijd van beraad. Toen op die tijd
l6 3
Fcldzuge, Supplement p. 179. Eur. Mere. 113. Pelet 486. Gedep. te velde a.d. St.Gl. 2 Julil.c.