WAPENSTILSTAND
TUSSEN ENGELAND EN FRANKRIJK
EN VERTREK DER ENGELSE TROEPEN
Het bekend worden der aan Ormond gegeven orders in Enge
land had begrijpelijkerwijs bij de Whigs grote verontwaardiging
verwekt, en deze besloten een laatste kans te wagen het ministerie
ten val te brengen of althans tot een andere koers te noodzaken.
De 8e J uni stelde Lord Halifax in het Hogerhuis voor, de koningin
te verzoeken, de orders aan het Huis over te leggen, en de generaal
tegenbevelen te geven, welke hem machtigden ook aan aanvallende
oorlogshandelingen deel te nemen. Felle debatten volgden, waarbij
onder anderen Marlborough en zijn tegenstanders Argyll, Ox
ford en Townshend hun krachten maten. Een der Tories,
Poulettveroorloofde zich zelfs te spreken van 'een zeker generaal,
die de troepen naar de slachtbank voerde om zoveel mogelijk officie
ren te doen sneuvelen om zijn zakken te vullen met het begeven
hunner commissies'. Marlborough daagde de grove lasteraar uit
tot een duel, dat slechts voorkomen werd door het verbod der
koningin. Tenslotte werd Halifax' voorstel met 68 tegen 40
stemmen verworpen. Het Lagerhuis, waar de meerderheid der
Tories nog veel groter was, nam een resolutie aan, waarin het volste
vertrouwen in het beleid der regering werd uitgesproken
Op deze wijze gerugsteund, gingen koningin Anna en haar
ministers op de ingeslagen weg verder. De 17e Juni hield de
koningin in een verenigde zitting der beide Huizen een toespraak,
die kon gelden als de officiële bekendmaking van de grondslagen van
de aanstaande vrede. Opgesomd werden de inderdaad grote voor
delen, welke aan Groot-Brittannië zouden ten deel vallenover de
belangen der bondgenoten werd met minder beslistheid gesproken.
Hierover zou immers nog op het congres te Utrecht worden ge
handeld, waar echter de uiterste moeite zou worden gedaan om
voor elk een billijke en redelijke voldoening te verkrijgen. Hoger-
en Lagerhuis antwoordden met adressen van instemming en dank2).
l68
HOOFDSTUK VIII
(Zie schets nr 4)
1) Trevelyan, The Peace' 208. Churchill II, 948—9^2. Lamberty VII-447 vlg.
2) De tekst der rede bij Lamberty VII, 4^3 vlg., Eur. Mere. 294 vlg., en Pelet 471 vlg.Arend-v.
Vloten Dl. IV 2e st. 947.