pourrit bien tout faire pour nous ruiner. Dieu veuille que ie me trompe, mais en tout cas on ne sauroit estre trop sur ses gardes'. Buiten het leger, in Den Haag en Londen, liepen zelfs geruchten dat de bondgenoten met het plan omgingen de Britse troepen te ontwapenenzelfs zou de zending van Hop en Van Welderen met een dergelijk voornemen in verband staan. Het bleef echter bij geruchten, en het is ook niet waarschijnlijk dat ervaren politici als Eugenius en Hop tot een stap zouden overgaan, die welhaast met een oorlogsverklaring gelijk zou staan Ormond was onder deze omstandigheden danig met zijn figuur verlegen en niet minder met zijn orders. Het was grotelijks de vraag, of de geheel of gedeeltelijk op Engelse soldij staande con tingenten aan de wapenstilstand zouden meedoen. Derhalve zette de Britse generaal zich 22 Juni aan de onaangename taak van het polsen der respectieve generaals. Het eerst wendde hij zich tot Bülow, de bevelhebber der Hannoveranen. Deze antwoordde dat hij zonder bevel van de keur vorst niet met Ormond zou afmarcheren. Vervolgens Anhalt-Dessau. Deze verklaarde geen andere orders te hebben dan vorige jaren, namelijk van de vijand alle mogelijke af breuk te doen, en dat hij zich daaraan zou houden tot nadere orders van de koning van Pruisen. Hij beloofde echter deze een expresse te zenden, en verwachtte binnen tien dagen antwoord; volgens Ormond wel een heel lange termijn. Soortgelijke antwoorden, ten dele in onverkwikkelijke termen vervat, ontving de generaal van de bevelhebbers der Deense, Saksische en Hessische troepen. Ongetwijfeld handelden deze hierbij in de geest van hun onderhebbende officieren en soldaten, op wier standpunt, behalve de gevoelens van wapenbroederschap, zeker ook de wetenschap van invloed zal zijn geweest dat bij het tot stand komen van de vrede hun afdanking het eerste werk der Engelse regering zou zijn2). Het resultaat van Ormonds enquête was dus hoogst onbevredi gend. Ook in zijn eigen leger, en zelfs onder de Britten, kon hij Churchill II-947, 948. In een brief van Eugenius aan de graaf van Herberstein, in Feldzüge, Sup plement p. 127, (hier verkeerdelijk gedateerd: Lewarde 27 Mei), wordt aan Ormond, Villars en St. John het plan toegeschreven het geallieerde leger, door de afscheiding der Engelsen en verschil lende detachementen verzwakt, te omsingelen en Eugenius gevangen te nemen. Men moet in de brief o.i. meer aanwijzing zien van het heersende wantrouwen dan dat een dergelijk complot werkelijk zou hebben bestaan. Was het Ormond echter gelukt de in Engelse soldij staaande hulp troepen met zich mede te krijgen dan waren, zoals Eugenius zegt (p. 172) 'die Sachen schon aus- gemacht' geweest. 2) Ged. te velde aan Fagel, 23 Juni I.e.. Eugenius aan Sinzendorf, Haspre 23 en 24 Juni (Feldzüge, Supplement 1 £2 vlg.). Over Bülow: id. p. 1^3, i££, 160. I 70

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 196