slechts op weinig sympathie rekenen. De stemming der officieren
geeft Hop weer in zijn schrijven aan Heinsius van 23 Juni:
T is aenmerckelyck, dat, buyten den Hertogh, de generaels
van desselfs leger, die van de Toris sijn, sich genoechsaem nooit bij
den prins Eugene off in dit leger laten sien, en die van de Whigs,
als de here Stairs en andere, comen nooit bij den hertoch dan als sij
de jour sijn en daer moeten wesen. De generaels der vreemde
trouppes, schoon in 't leger van den hertoch, leven in de selve
confidentie met de prins Eugene en dit leger als in de vorige
campagnes, sich eensaemelyck beclagende dat men van een soo
schoon legei en van een soo seer gunstige occasie als men in dese
veldtocht heeft, niet profiteert'.
Dat de politiek van het Tory-ministerie ook de Engelsen ver
bitterde getuigt ook Hompesch, als hij 1 Juli aan de raadpensionaris
schrijft, dat de Franse troepen slecht gekleed en betaald en moede
loos zijn, et les notres en bon etat et plus animés pour aller a
l'ennemy que jamais, même peut on dire le gros des trouppes
angloises, qui peste et jure plus contre ce qui se fait par leur
ministère que personne'.
Ormonds houding in deze tijd is die van iemand die ertegen
opziet de wind van voren te krijgen. Hij verzweeg dan ook voor
lopig de orders, die hij de 22e of eerder moet hebben ontvangen.
Het onderhoud met de generaals vernam Eugenius de 23e van
Anhalt-Dessau. Natuurlijk had hij aanstonds aan Sinzendorf en
de keizer bericht gezonden en op een snel en ondubbelzinnig
besluit aangedrongen gelijk de plotseling ingetreden kritieke
toestand vereiste; vornehmlich aber' zo besloot hij zijn brief
aan de eerste - 'zu beherzigen ist, das man gegen derlei Extremi-
taten extrema consilia ergreifen müsse'. In de eerste plaats mocht
het gebeurde van geen invloed zijn op het beleg van Quesnoy, en
daar de Gedeputeerden van dezelfde mening waren werd in die
zin, in afwachting van nadere orders, alvast een besluit genomen.
De 24e zond Ormond, die toch eenmaal met zijn orders voor
de dag moest komen, de generaal Lumley, om Eugenius en de
Gedeputeerden mede te delen, dat hij opdracht had, de stad en
haven van Duinkerken in bezit te nemen, een wapenstilstand te
s uiten en met de Britse nationale troepen zowel als die welke op
tngelse soldij stonden, af te marcheren.
De prins antwoordde voorlopig in ongezouten termen, dat een
dergelijke handelwijze lijnrecht met de Grote Alliantie in strijd was,
en verder 'alles dasjenige, was man von der Infamitat einer der-
gleichen Negotiation sagen könnte', en tenslotte, dat noch hij
171