zouden de gevolgen zijn geweest, indien Ormond werkelijk, overeenkomstig de bedoeling van zijn lastgevers, met bijna het halve leger was weggetrokken, de bondgenoten in het vijandelijk land, met de Franse vestingen in de rug achterlatende? Niettemin bleef de toestand ernstig, en de vooruitzichten waren donker. Reeds dadelijk stond men voor de vraag der broodvoorziening en soldij betaling der troepen, die de Keizer en de Republiek zouden moeten overnemen. Geen eenvoudige zaak bij de traditionele armoede der Oostenrijkse schatkist en de enorme schuldenlast der Verenigde Provinciën. Alleen voor het verdere gedeelte van 171 2 was hiertoe reeds 2% miljoen gulden nodig. Voorts had men voor het ogenblik wel de steun der vreemde generaals, maar hoe zouden de betrokken principalen reageren? Welke weerslag zou het thans voor ieder zichtbare uiteenvallen der Grote Alliantie hebben in het kamp der bondgenoten en in geheel Europa? En tenslotte, zou de oorlog zonder Engeland op de duur zijn vol te houden? Te land hadden de overgebleven geallieerden, met het veldheers genie van Eugenius, voorlopig nog sterke troeven in handen, maar ter zee zou de deerlijke verzwakking zich wreken, welke de laatste jaren het deel was geweest van de Staatse zeemacht. En dan viel uiteindelijk nog te rekenen met de mogelijkheid dat het Britse ministerie, van welks gezindheid men alles meende te kunnen verwachten, de renversement des alliances' zou voltooien en zijn zee- en landmacht ten voordele van Frankrijk in de schaal zou werpen. Al deze vragen moesten de regeringen, zowel te Weenen als in Den Haag, met grote zorg vervullen. De voornaamste voorvechter van het thans gekortwiekte bondgenootschap was in deze kritieke dagen prins Eugenius, en het enig lichtpunt de eensgezindheid, vooralsnog, tussen de Keizer en de Staten. Op deze grondslag wilde de prins een nieuwe, hechte alliantie opbouwen. Volgens hem had dit reeds veel eerder moeten geschieden, daar de gehele ontwikke ling te voorzien was geweest. Maar nu was dan ook geen tijd te \eiliezen: voortdurend dringt hij, bij de keizer en bij Sinzendorf, aan op 'starke Remedia', op 'einen unverzüglichen Entschluss und sofort ein wohlausgemachtes Concert, damit ein jeder wissen moge, was er zu hoffen und zu praestiren habe'. Ook de Staten en hun Gedeputeerden zagen in dat, wilde men niet aanstonds gedwon- tui zijn te capituleren op de voorwaarden welke Engeland en Frankrijk voorschreven, standhouden aan de zijde van de Keizer en krachtig voortzetten van de veldtocht het enig mogelijke was. De 26e zou Orkney met 10 bataljons naar Duinkerken ver- 173

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 199