ALGEMENE TOESTAND EN TOERUSTINGEN
De winter van 1710 maakten beide partijen zich ten nutte om
zich op een nieuwe veldtocht voor te bereiden. Over de resultaten
van het afgelopen jaar behoefde Frankrijk niet ontevreden te zijn.
Op het Noordelijk oorlogstoneel had het weliswaar vier vestingen
moeten opgeven, maar die welke toegang gaven tot het hart des
lands had Villars door een voorzichtig en verstandig krijgsbeleid
weten te behouden. Aan de Boven-Rijn zowel als aan het Alpen
front hadden Harcourt en Berwick zich zonder veel moeite
kunnen handhaven, en in Spanje stond de afloop voor de gealli
eerden, ondanks drie behaalde overwinningen, met een nederlaag
gelijk.
Liet was dan ook niet de eigenlijke militaire-, maar de econo
mische en vooral de financiële toestand, die voor de zaak der
Bourbons de meeste dreiging inhield. Door tot een ondragelijke
hoogte opgevoerde belastingen en heffingen van allerlei aard en
onder allerlei benamingen, door het uitgeven van papiergeld, z.g.
muntbriefjes, op grote schaal, herhaalde muntverslechtering, door
leningen, waarvan de rentebetaling achterwege bleef, en door
velerlei andere manipulaties trachtte de koning te voorzien in de
geldnood, die het gevolg was van ongekend hoge uitgaven bij
kwijnende handel en nijverheid, en dientengevolge steeds toe
nemende armoede. In het afgelopen jaar was zelfs een tiende
penning op alle inkomsten ingevoerd moeten worden. Doordat
vele dier maatregelen op kunstmatig geldscheppen neerkwamen,
met een niet geringe inflatie als gevolg, alsmede door het staken
van rente- en andere betalingen, was het staatskrediet ten enenmale
'geruïneerd', zodat ook leningen geen uitkomst konden verschaffen.
Het enige wat Frankrijk nog het hoofd boven water hield was de
handel op en de inkomsten uit West-Indië en de Spaanse koloniën,
al waren ook deze inkomsten meestal reeds te voren besteed.
Voorts brachten smokkelhandel en kaapvaart enig geld in het land.
Een krachtige steun voor de schatkist waren ook de inkomsten der
geestelijkheid, die zich zware opofferingen getroostte, terwijl een
besparing werd verkregen door het achterwege laten van grote
uitrustingen ter zee.
De alom heersende armoede en werkloosheid hadden althans
deze lichtzijde, dat de toeloop van vrijwilligers niet onbevredigend
3
HOOFDSTUK I