juiching met hoon en gemor ontvangen. Tegelijk liet hij door Cadogan de geallieerden officieel van het feit in kennis stellen, en tevens uitdrukkelijk betuigen dat hij niets ten nadele van de geallieerden en van de Staat zou ondernemen. Nu de scheiding zich voor goed had voltrokken, achtte Euge- nius de tijd gekomen om de keizer een warme aanbeveling van Cadogan te doen geworden, wegens zijn bij alle gelegenheden betoonde ijver voor de algemene zaak en bewezen diensten. Wij geloven niet ver mis te tasten, zoals wij reeds eerder opmerkten, indien wij in hem de vertrouwensman menen te herkennen, die de twee maanden van de crisis, die aan de Engelse wapenstilstand voorafgingen, inderdaad voor de zaak der geallieerden van zo onbe rekenbaar nut is geweest. In de avond van de 16e verscheen de kolonel Walef in het geallieerde kamp, na hooglopende twist met zijn officieren. Hij bood aan, zich met zijn twee eskadrons Waalse dragonders alsnog bij de geallieerden aan te sluiten, maar wegens de dubbelzinnige rol welke hij had gespeeld gaf men hem bevel zich uit het kamp te verwijderen. De generaal-majoor Berner bood voor zijn persoon zijn diensten nog aan de Gedeputeerden aan, doch deze antwoord den dat men bij de overgebleven helft van zijn contingent geen generaal-majoor van node had 1). Ormond zette de 18e zijn mars voort tot Flines, ten Noorden van Pont a Rache. De marsroute zou, zoals hij de geallieerden mee deelde, gaan over Pont a Marcq, Haubourdin en Armentières naar de zijde van Messines. Bij Bouchain en Douai werd door de Hol landse commandanten de toegang aan de Britse officieren geweigerd. Onderweg veranderde vervolgens het marsplanOrmond trok langs Oudenaarden, dat eveneens zijn poorten gesloten hield, naar Gent, waar Cadogan de 22e, Ormond zelf de 23e aankwam. Hier lagen twee Staatse bataljons in bezetting, wat Ormond niet belette de citadel, die reeds Engels garnizoen had, en de stad met Britse troepen te bezetten. Hetzelfde geschiedde te Brugge; de rest der troepen betrok een kamp achter het kanaal van Gent naar Brugge. In Gent had bij de nadering der Engelsen grote opwinding geheerst; de regering kon echter weinig anders doen dan zich bij het voldongen feit neerleggen. Het was Strafford, die deze nieuwe zet op het politieke schaakbord had bedisseld, teneinde Engeland een onderpand tegen de Republiek te verschaffen in de zaak der barrière. 179 l) Eugenius aan Sinzendorf n Juli; idema.d. keizer 17 Juli. I.e.; Ged. te velde aan Fagel 17 Juli, l.c.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 205