De handelwijze der Staatse commandanten, die de Engelsen de toegang tot de aan hun zorg toevertrouwde steden hadden gewei gerd, had, hoe begrijpelijk ook, bij Eugenius bedenking gewekt. Het was namelijk bekend, dat Strafford naar voorwendsels zocht om de lastercampagne tegen de geallieerden nieuw voedsel te geven, en te eerder kon hij hierin slagen, omdat de jongste gebeurte nissen zonder twijfel kwetsend voor de nationale eigenliefde der Britten waren. Om deze reden achtte Eugenius, in overleg met de Gedeputeerden, het raadzaam, Nassau-Woudenberg en vervol gens Hompesch met verontschuldigingen naar Ormond te zenden, en mee te delen dat men de commandanten van Bouchain en Douai ter verantwoording naar het hoofdkwartier had ontboden. Een stap die men van Eugenius niet zou verwachten, en die wel enigszins in tegenstelling stond tot de wijze van optreden die de prins tot nog toe ten aanzien van Ormond had gevolgd. De excuses zullen er denkelijk weinig toe hebben bijgedragen de hoogmoed en aanmatiging van heren als Bolingbroke en Strafford te temperen. Eugenius handelde in deze echter op raad van zijn correspondent in Ormonds hoofdkwartier x). Intussen was Hill de 19e Juli te Duinkerken geland, waar hij op de vriendschappelijkste wijze door de Franse autoriteiten werd ont vangen. BELEG VAN LANDRECIES. SLAG BIJ DENAIN Na de mars van de 16e Juli had prins Eugenius zijn hoofdkwar tier gekozen te Querenaing, Tilly te Ruesne. Het leger telde thans volgens de ordre de bataille 122 bataljons en 273 eskadrons. Dat van Villars bedroeg volgens de ordre de bataille van 24 Mei 139 bataljons en 247 eskadrons. De sterkteverhouding was echter aanmerkelijk ten nadele der Fransen gewijzigd doordat Villars, als zijnde de verdedigende partij, een aantal bataljons had moeten afstaan aan de garnizoenen van Quesnoy, Landrecies, Maubeuge, Condé en Valenciennes, totaal meer dan 40 bataljons, en bovendien, om het binnenland tegen invallen te dekken, 36 eskadrons had moeten posteren in de streek van Guise en St. Quentin2). HOOFDSTUK IX (Zie schetsen nr 7 en 8) 2) Feldzüge 168, 169, Supplement 209. Ged. aan Fagel 19 Juli l.c. 2) De ordre de bataille van Eugenius in Feldzüge, 'Anhang' nr 7 die van Villars aid. nr. 6. Pelet $6. I 80

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 206