was, wat de recrutering ten goede kwam. Overigens geschiedde
deze, even als in Spanje, door verplichte levering van recruten door
de parochies het aantal parochies schatte men op 2^ ooo tot
een totaal van 12 man per compagnie infanteriebovendien werden
van iedere parochie nog 7 j francs geheven voor werfgeld. Op deze
wijze werd voor de nieuwe veldtocht weer een leger verkregen,
sterk genoeg om de geallieerden het hoofd te bieden. Een groot
deel der troepen leidde echter bij gebreke van betaling een kommer
vol bestaan; vooral was dit het geval aan de Boven-Rijn en in de
Alpen, welke fronten zeer stiefmoederlijk werden bedeeld. Vele
onderdelen haalden nauwelijks de helft der nominale sterkte;
kleding, schoeisel en bewapening lieten veel te wensen over. Af en
toe herhaalden zich de tonelen van de hongerwinter van twee jaar
geleden 1).
Voor Frankrijk was de oorlog een zaak van tijd winnen. Van een
slag wilde de koning in de nieuwe veldtocht evenmin als in de
juist geëindigde iets weten; een eventuele nederlaag kon de tegen
partij zich desnoods nog veroorloven; voor Frankrijk zou een
tweede Hochstadt of Ramillies de genadeslag hebben betekend. De
redding moest komen van een breuk in de Grote Alliantiehierop
bleef voor en na het oog gevestigd. Van kardinaal belang was in
dit opzicht de regeringsverandering welke in de zomer van 1710
in Engeland haar beslag kreeg. De leiders der Tory-partij met haar
tal van Jacobitische elementen, die van het begin af aan weinig voor
de oorlog hadden gevoeld, achtten thans de tijd gekomen om met
behoud van de winst die in de situatie lag opgesloten, met Frankrijk
tot een vergelijk te komen.
In Juli 1710 waren de onderhandelingen te Geertuidenberg
definitief afgebrokenin Januari 1711 reeds waren geheime be
sprekingen gaande tussen de graaf van Jersey, een Engels Jacobiet,
en Torcy, met als tussenpersoon de Franse abbé Gaultier, die
te Londen o.a. voor de Oostenrijkse gezant de mis bediende, en
al sinds het begin van de oorlog als agent van Torcy fungeerde.
Hun belang ontleenden deze besprekingen aan de mannen op de
achtergrond, nl. Harley en Shrewsbury. Behalve de vier genoem
den was niemand in Engeland, zelfs St. John niet, in het geheim.
Van huis uit had de gehele zaak een sterk Jacobitische inslag, en
werd over de bondgenoten de Republiek niet in het minst ge
sproken als gemeenschappelijke vijanden van Frankrijk en Engeland.
4
x) PeletX-37^, 4£2, 4£3, £2i. Ordonnantie van Lodewijk XIV op de recruteringEur. Merc, iest.,
172 vlg. Louis André: 'Louis XIV et 1'Europe' 318—320: 'Les difficultés financières de la France'.
Lamberty VI, 38£—388.