aanval over te gaan. Nog dezelfde dag schreef hij hiertoe aan het hof. Over Villars' brief van de 2oe betoonde de koning zich weinig tevreden. In zijn antwoord, reeds de volgende dag gedateerd, geeft hij duidelijk zijn teleurstelling te kennen over het aarzelen, dat de tegenstander tijd schenkt tot tegenmaatregelen. Niettemin laat hij zijn maarschalk de vrije hand in de verder te nemen maatregelen x). De 2ie bleef het Franse leger in zijn de vorige dag ingenomen positie, en daar het retranchement en de circumvallatielinie in tussen nagenoeg voltooid waren, achtte men aan de kant der ge allieerden de kans, dat het ontzet van Landrecies nog zou worden beproefd, gering. Des namiddags keerden derhalve de troepen van de rechtervleugel naar hun oude kampement terug; het hoofd kwartier alleen bleef te Bermerain. Twaalf bataljons van de linker vleugel werden, onder commando van Fagel, aangewezen tot het bezetten van het juist voltooide retranchement2). De beweging der geallieerde troepen naar hun linkervleugel verzwaarde uiteraard het rechtstreeks ontzet van Landrecies, doch opende betere kansen voor de actie ten Noorden van de Schelde. De 21e zien wij Villars dan ook het plan van de aanval op Denain, hetwelk tot nog toe steeds was verworpen, alsnog opvatten. Een detachement van 30 bataljons en 30 eskadrons werd er toe be stemd onder Vieuxpont en Broglie, twee der bekwaamste gene raals uit het leger. De prins van Tingry zou met een deel van het garnizoen van Valenciennes de aanval aan de Oostzijde onder steunen. De 22e zou de onderneming plaats vinden, en de vijand te voren door schijnbewegingen in de waan worden gebracht dat men de Sambre over zou gaan. Hiertoe werden door 1300 arbeiders ouvertures naar de Sambre gemaakt, en bruggen geslagen ten Zuiden van Ors. Vieuxpont had zijn beschikkingen voor de mars reeds genomen, toen een brief van Tingry uit Valenciennes, des morgens van de 2 2e geschreven,het plan op losse schroeven zette. Hij zal waarschijnlijk het bericht hebben bevat, dat de rechtervleugel der geallieerden de vorige dag in het oude kamp was teruggekeerd. Bovendien had Eugenius' rechtervleugel des morgens van de 22e een grote foeragering gehouden ten Noorden van de Schelde, tot onder de poorten van Valenciennes en Condé, waartoe reeds des nachts 3-00 Villars aan Lod. XIV, kamp van Cateau-Cambresis 20 Juli, bij Sautai p. 141 Pelet XI-71 De Vogué II-28. Ged. te velde a.d. St.Gl., Quesnoy 21 Juli (St.Gl. 8230); Hessen-Kassei aan Heinsius, Poix 21 Juli (Heins. arch. 1702); Yvoy aan Heinsius, 21 Juli (Heins. arch. 1699); Eugenius aan Karei VI, Bermerain 20 Juli (Feldzüge, Supplement p. 209, 210). 187

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 213