Op dit kritieke ogenblik is het Montesquiou geweest die de
toestand heeft gered. Overtuigd dat Villars de situatie verkeerd
beoordeelt, begeeft hij zich naar de opperbevelhebber en wendt al
zijn overredingskracht aan om het fatale besluit ongedaan te maken.
Zijn forse taal en de kracht zijner argumenten hebben het gewenste
gevolg: Villars laat hem verder de vrije hand en, terwijl hij zich
zelf naar de bruggen begeeft om de overtocht der troepen te ver
haasten, gaat zijn onderbevelhebber voort met de beschikkingen
voor de bestorming1).
Deze zou geschieden op het middengedeelte van het retranche-
ment, tussen de verbindingslinies, waarschijnlijk het zwakste ge
deelte. De aanvankelijke bedoeling was 4 brigades in eerste en 4 in
tweede linie in te zetten. De strijdlust der troepen, of, zoals
Goësbriand in zijn verslag zegt, de 'ardeur irancaise' was echter
oorzaak, dat ook van deze laatste nog twee in eerste linie optraden.
Elke brigade vormde twee colonnes, beide van één bataljon in front
en drie diep. Totaal 40 bataljons in 14 colonnes (één brigade had
slechts 4 in plaats van 6 bataljons). Ondersteund werden deze door
twee brigades met tezamen 12 bataljons. Achter de infanterie, die
de gehele ruimte tussen de verbindingslinies moet hebben opge
vuld, was het merendeel der cavalerie op twee linies geschaard.
Voorafgegaan werden de stormcolonnes door 80 compagnieën gre
nadiers en de piketten van alle regimenten. Een afzonderlijke
colonne, uit afgezeten dragonders bestaande, naderde de legerplaats
door de weilanden langs de Schelde. De troepen van Tingry, die
meer een demonstratieve taak gehad schijnen te hebben, kwamen
eerst na de afloop op het toneel van de strijd. Hetzelfde gold voor
de hoofdmacht, waarvan de eerste troepen omstreeks 12 uur
bij de bruggen aankwamen, zodat tenslotte slechts de voorhoede
van VIEUXPONT en Broglie in actie is geweest; niettemin een
verpletterende overmacht tegenover de 17 bataljons, die Albe
marle onder zijn bevelen had2).
De verschansingen, waarop deze steunden, wogen geenszins op
tegen het enorme verschil in getalsterkte. De omvang der leger
plaats was te groot voor de ter verdediging beschikbare troepen
macht, gevolg van het feit dat zij bestemd was tot pleisterplaats
x) Sautai 162, 200, 216.
2) Volgens Albemarle, in zijn verslagen van 18 September en 2$ October, deed de Franse infanterie
de aanval in twee zeer diepe colonnes. Deze zijn ook weergegeven op het plan van de slag dat ver
scheen bij Pierre Husson in Den Haag. De Franse bronnen spreken van 8, 11 of 14 colonnes (Sautai
181, 184, 200, 231); het laatste volgens Goësbriand, ib. p. 200, in de tekst gevolgd. Zie het plan
(waarschijnlijk van Naudin) bij Sautai. De Franse voorstelling heeft de grotere waarschijnlijkheid
voor zich. Wij zien echter geen verklaring voor een zo frappante tegenstrijdigheid.
192