waren, kon thans minder dan ooit iets terecht komen. Daarbij kwam, dat in de buitenwereld de mening zou kunnen post vatten, dat de geleden nederlaag aan het vertrek der Britse troepen was toe te schrijven, wat het vertrouwen in de wapenen der geallieerden nog meer moest verzwakken, en het prestige van Engeland in gelijke mate ten goede komen. Waren dus de gevolgen op staatkundig gebied ernstig, in de militaire toestand deden zij zich niet minder, en van stonde af aan gevoelen. De wijziging, welke het verlies van een aantal bataljons in de krachtsverhouding bracht, was nog niet het ergste. Van doorslag gevend belang was, dat thans de toestand was ingetreden, die Villars reeds eerder voor ogen had gestaan, en waarop LefÈbre d'Orval steeds had aangedrongen dat de geallieerden van hun ver bindingen waren afgesneden, dat Villars thans in een sterke positie achter de Schelde en Sensette stond, steunend op Valenciennes en Arras, en ten Noorden dier rivieren de vrije hand had. Bij de geallieerden heerste reeds dadelijk gebrek aan levens middelen. Het laatste broodconvooi immers had Broglie groten deels tussen de verbindingslinies buit gemaakt. Sterke desertie ver kondigde de ernst van de toestand. Reeds op de dag van het gevecht gaf Eugenius dan ook opdracht tot het bakken van brood in Quesnoy en Bergen. Ongelukkig waren hiertoe in Quesnoy, dat als basis voor het beleg van Landrecies bestemd was, nog geen voorbereidingen getroffen, zodat het leger de eerste dagen tot werkloosheid was veroordeeld. Uit Bergen toch waren althans voorlopig nog geen convooien te verwachten1). In deze omstandigheden drong de vraag zich op of men het beleg van Landrecies moest voortzetten, dan wel zich op Bergen terug trekken; het laatste zowel ter wille der verpleging als met het oog op de veiligheid der steden ten Noorden der rivieren. Des morgens van de 2 ge had hierover een langdurige conferentie plaats tussen Eugenius en de Gedeputeerden. Eugenius pleitte op zijn gewone krachtige wijze voor het eerste zowel om staatkundige als om mili taire redenen. Een terugtocht naar Brabant, zo betoogde hij, zou gelijk staan met bakzeil halen tegenover de 'friedliebende Partei' en het opgeven van de gehele veldtocht. De militaire toestand zag hij niet zo donker in of men zou, mits voor proviand en artillerie werd gezorgd, de operaties kunnen voortzetten. 1) Reeds kort na de slag horen wij, dat de vertegenwoordigers te Utrecht van Pruisen en Portugal Strafford het hof maken (Slothouwer, 'Het einde onzer grootheid', p. 207). Gebrek aan brood: Sautai 179, 180; Journal du siège de Landrecies, p. 37; Eur. Mere. 179 (Men moest de soldaten verlof geven, hun kost in de dorpen op te halen). 200

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 226