de beschikkingen voor een algemene bestorming, toen Berckhoffer tussen vijf en zes uur des namiddags de chamade liet slaan. De voorwaarden waren tamelijk hard: het gehele garnizoen werd krijgsgevangen, de hogere officieren behielden hun paarden en bagage, de overige slechts hun degens. Het scheepsvolk werd even eens krijgsgevangen, doch zou binnenkort worden vrijgelaten, zoals in deze oorlog over en weer gebruikelijk was geweest. De 31e had, volgens de capitulatie, de uittocht plaats. Zij ge schiedde met wapenen, vaandels, en standaarden welke buiten de stad werden afgegeven, waarna de bezetting naar Valenciennes werd gevoerd. Totaal geraakte, althans volgens Pelet, 45-00 man in krijgs gevangenschap, benevens 12—1500 schippers en varensgezellen en ongeveer 800 zieken en gewonden, voornamelijk van het beleg van Quesnoy. De verliezen der verdedigers worden als 50-60, die der Fransen als 400 opgegeven x). Berckhoffer en het garnizoen hadden hun plicht ongetwijfeld naar behoren vervuld. Van het leger had men niets vernomen, doch brieven van de vijand opgevangen, waaruit bleek dat het de 26e op mars was gegaan. Volgens Bercichoffers berekening kon het de 4e of 5e dag de Schelde bij Mortagne overtrekken, en deze tijd had hij willen afwachten. De mars van de 26e, waarvan de brieven ge waagden, was blijkbaar die welke tot samentrekking van het leger diende. Het verlies van Marchiennes was voor de geallieerden wederom een zware slag. Ruim 100 stukken geschut, waarvan de helft of meer 24-ponders, over de 100 vaartuigen met munitie en proviand, 300 wagens met bespanning, het hospitaal, een ontzaglijke hoeveelheid gereedschappen, artillerie- en geniematerieel, wapenen en uit rustingstukken, alsmede koopwaar van allerlei aard viel in handen van de vijand. Het hoofddepot van het leger was verloren, met materiaal, naar men zegt, voldoende voor twee belegeringen. Daarbij kwam dat bet verlies aan gevangenen, hier en in de posten langs de Scarpe, een nieuwe verzwakking van het leger betekende, zodat het overwicht in getalsterkte thans absoluut aan Franse zijde was, Villars geen veldslag meer behoefde te ontwijken, en zich verdere belegeringen kon veroorloven. De tijding van het overgaan van Marchiennes bereikte het ge allieerde kamp in de morgen van 1 Augustus. In een krijgsraad nog O x) Feldzüge XIV 196 vlg.Pelet 84-87. De capitulatie id. p. £08 Eur. Merc. 138, 1 £6-157; Tilly a.d. St.Gl. 28 Juli, 1 Augustus (St.Gl. 5:037); Sautai 21 204

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 230