Derhalve werd besloten in de morgen van de 2e Augustus de mars naar Bergen aan te vangen 1). Op de dag waarop dit besluit werd genomen, liet Villars Douai reeds aan de Westzijde door Broglie insluiten, terwijl Montes- quioii aan de Oostkant een kamp betrok tussen Beaurepaire en Escaillon. Eerst toen Villars genoegzame zekerheid meende te be zitten dat het beleg van Landrecies geen voortgang zou vinden was hij tot deze stap overgegaan. De koning toch had hem in een brief van 28 Juli nog gewezen op de noodzakelijkheid in ieder geval dit beleg te verhinderen, desnoods door slag te leveren, doch bij voor keur door met een deel van zijn leger een kamp te betrekken bij Quiévrain, als een flankstelling tegen de verbindingsweg van Ques- noy naar Bergen 2). Bedenkt men, dat de mars over Bergen en Doornik naar Douai ongeveer een week in beslag zou nemen, dan blijkt de kans, om deze plaats nog te kunnen ontzetten tegen een overmachtige vijand, die ruimschoots tijd gehad zou hebben zich te verschansen, a priori gering, en komt men tot de conclusie, dat stand houden ten Zuiden van de rivieren nog de beste wijze zou zijn geweest om de Fransen van verdere veroveringen af te houden, mits men de inderdaad precaire aanvoer op afdoende wijze kon verzekeren. Bij de thans gevolgde strategie kon men althans voor het behoud van Rijssel en Doornik zorgen, maar daarentegen werd de streek ten Zuiden van de rivieren, en daarmee Quesnoy en Bouchain, prijs gegeven. Misschien hebben deze overwegingen achteraf de Gedeputeerden of hun zegslieden overstag doen gaan. Elet feit deed zich namelijk voor, dat zij de dag nadat het besluit tot de mars was genomen, bij de opperbevelhebber kwamen en een tegengestelde mening deden kennen, 'theils', zegt Eugenius, 'weilen sie das Werk nicht ver stellen und sich von einem Jedweden aufreden und anführen lassen und theils weilen sie voller Furcht mithin sich so zu sagen von einem Schatten schrecken thun'. De prins beduidde hun echter kort en krachtig dat thans niets meer aan het genomen besluit viel te veranderen, 'weilen es bei dem Feind den Muth vergrössern, bei uns hingegen denselben sinken machen würde'. De tegenslagen van Denain en Marchiennes hadden de Gedeputeerden aan het weifelen gebracht, en nu de zaken slecht gingen werd de samenwerking met de opperbevelhebber, met wie de verstandhouding tot nog toe goed 1) Ged. te velde aan Fagel i Augustus (St.Gl. 8230). Brood moest o.a. uit Mechelen en Lier worden aangevoerd: Eugenius aan Vegelin 29 Juli (Supplement 223, 224); idem aan Sinzendorf 4 Augustus (id. 23s). 2) Pelet XI-88, 92 vlg. 2o6

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 232