ausgemacht habenwird, dürfte diese Maschine auf einmal sich zertrümmern, Gelukkig echter werden enkele dagen later gunstige toezeggingen van de betrokken regeringen ontvangen, zodat het gevaar voorlopig was bezworen 'j. Met de Hollandse Gedeputeerden en generaals wilde het niet meer vlotten. De 17e was er wederom krijgsraad gehouden. Eugenius opperde hier het plan, tegelijkertijd tegen Pont a Rache en 1 ont d Auby etwas zu tentiren' om de weg naar Douai te openen, en elders, om de vijand intussen bezig te houden, een diversie te doen. De Gedeputeerden, 'die voller Furcht und Confusion sind', verzetten zich hiertegen op grond, dat men in Holland van niets wilde weten wat tot een algemene actie aanleiding kon geven, waarop Eugenius antwoordde, dat dit niet het geval was, hoewel het niet uitgesloten was, dat wat meer infanterie in actie zou komen, dan in het voornemen lag. Ook zeide hij, dat Sinzendorf hem van een dergelijk verbod niets had bericht, hoewel hij hem steeds van al dergelijke zaken nauwkeurig op de hoogte bracht. De Gedeputeerden gaven toe dat zij weliswaar geen be paalde older van hun principalen hadden, maar beriepen zich op particuliere brieven en, wat hun standpunt inzake het aanvalsplan betrof, op de mening der generaals. Het eind was, dat men, zonder tot een besluit te zijn gekomen, uiteen ging. Aan Sinzendorf schrijft Eugenius over deze krijgsraad: 'Hier gehet es nicht besser, denn da man gestern von des Feindes Situation und was etwa zu thun ware gesprochen, haben sie zwar keine Schwierigkeiten, hingegen aber die Unmöglichkeit umso grosser gemacht, principaliter die hollandischen Generale, da endlich die Deputirten sich darunter nicht so gar hart erwiesen haben, also class ich nicht wissen kann, ob sie es untereinander nicht also concertirt haben, denn sie allein trachten die Sachen zu trainiren bis sie sehen, was das Friedenswesen für einen weiteren Gang ge- nommen' 2). Deze gesteldheid van zaken verhinderde de keizerlijke veldheer niet een nieuw plan te ontwerpen, om, zolang de vijand nog met een deel zijner strijdkrachten voor Douai lag, althans enig voordeel tc behalen. Reeds de dag volgende op de mislukte krijgsraad van de 17e stelde hij voor Maubeuge in te nemen. Er waren slechts 3 of 4 bataljons in bezetting; de nodige artillerie kon uit Quesnoy, de verdere toevoer uit Bergen worden betrokken. Een sterk cavaleriekorps zou, onder de schijn van Quesnoy en Bouchain te Feldzüge, Supplement 24y, 247.; Eugenius aan Heinsius 14 Augustus supplement 2jr, 248. 2 I I

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 237