De bij het begin van een beleg gebruikelijke grote uitvallen
kon Hompesch zich met zijn zwak garnizoen niet veroorloven.
Ter vertraging van 's vijands werken bediende hij zich echter met
des te meer gevolg van een ander middel, namelijk het water,
waarmee de verdedigers handig wisten te manoeuvreren. Door
opvoering van de inundatie op het Zuidoostfront deden zij de
2oe Augustus de loopgraven aan de kant van de Porte St. Eloy onder
lopen, zodat de Fransen hier tot de knieën in het water stonden.
Tweeduizend arbeiders werden aan het werk gezet om een afvoer
kanaal te graven naar de moerassen achter Sin-le-Noble, naar de
zijde van Lalain. Een nieuwe overstroming belemmerde ook dit
werk, en het gevolg was dat de Fransen zeven dagen lang geen voort
gang konden maken bij de Porte St. Eloy, en zich moesten bepalen
tot het aanleggen van een parallel langs de rand der inundatie.
Op het hogere terrein bij de Porte Nötre-Dame hadden de
belegeraars geen last van het water, zodat zij hier althans vorderin
gen maakten tegen het 'ouvrage de Piedmont'.
Intussen hadden de Fransen de 19e een batterij opgeworpen tegen
de grote sluis achter het fort d'Escarpe; de 21e was deze in die
mate vernield dat het water der inundatie begon af te lopen.
Hompesch voorzag hierin door bij de redoute die halverwege het
fort en de stad aan de Scarpe lag, een schip te laten zinken, en de
opstopping te voltooien door het opwerpen van een dijk, beschermd
door een klein verdedigingswerk1).
Bij het fort d'Escarpe waren de Fransen niet onvoorspoedig. De
nadering geschiedde zigzagsgewijs langs de beide oevers van de
Scarpe. De 20e waren de belegeraars op de rechter oever genaderd
tot het glacis van de bedekte weg, die hier na de inneming van 171 o
in Noordelijke richting langs de Scarpe was verlengd. In de nacht
van de 20e zetten zij zich vast op het glacis; vervolgens werd, door
het leggen van een schipbrug, de verbinding tussen de attaques aan
weerszijden van de Scarpe tot stand gebracht. Des nachts van de
22e waren de Fransen meester van de juist genoemde bedekte weg;
er werd een batterij van kanonnen en mortieren opgeworpen, die
de beide faces van de twee Noordelijke bastions van het fort onder
vuur nam. De volgende nacht werden de verdedigers verdreven
uit een werk bij Pelet een 'lunet' genoemd 'entre les deux
chemins-couverts', dit is volgens de kaart waarschijnlijk een retran-
chement tussen de Scarpe en de bedekte weg van het fort. De 24e
werd een aanvang gemaakt met het bresschieten. Om de laatst-
Pelet 103; Eur. Mere. 241.
217