De 26e openden de Fransen een krachtig artillerievuur tegen de
werken bij de poort van St. Eloy; bij de Porte Nótre-Dame maakten
zij vorderingen naar het werk van Piedmont, dat de verdedigers de
'Grote Kijkuit' noemden. Door beide partijen werd hier gemineerd.
De verdedigers hadden een mijn aangelegd onder de saillant van de
bedekte weg, welke de Franse mineurs ontdekten en deden sprin
gen, waarna de belegeraars zich in de ontstane trechter logeerden.
In de nacht van de 28e op de 29e was het water bij de linker
attaque zover afgelopen dat de Fransen een wapenplaats konden
vestigen aan de stadszijde van de inundatie. De volgende nacht
logeerden zij zich in de bedekte weg van de Grote Kijkuit, en ver
bonden zij de beide attaques door een gemeenschapslinie.
Des nachts van de 30e maakten zij een afdaling in de gracht van
de Kijkuit en werkten zij aan een brug of dam, die echter de volgen
de morgen door de verdedigers werd verbrand. Dezelfde nacht
bestormden zij de eerste bedekte weg tussen de poorten Nötre-
Dame en St. Eloy; na hevige tegenstand zetten zij zich vast op twee
uitspringende hoeken, 'hebbende de bezetting verscheide van hare
schanskorven omver gehaalt'. Bij deze bestorming sneuvelde aan de
zijde der verdedigers de Spaanse kolonel Brouay met 12 anderen
61 mannen werden gewond1).
In de nacht tussen 31 Augustus en 1 September werden de twee
gemaakte logementen aaneen gehecht. Voor de Grote Kijkuit
herstelden de Fransen hun bruggen, bestormden het werk en
vermeesterden het, nadat de slechts 40 man sterke bezetting zich
had teruggetrokken. Het blijkt echter niet dat de aanval tegen de
achterwaartse werken is voortgezet. Voortaan lag het zwaartepunt
van de strijd bij de linker attaque, waar de verdedigers zich dapper
bleven verweren. Het ging hier in het bijzonder om de twee
vooruitgeschoven ravelijnen welke links (van het standpunt der
aanvallers) van de Porte Nótre-Dame lagen.
In de morgen van de 2 e September verbrandden de belegerden
twee galerijen welke de Fransen in de gracht hadden gelegd. In de
nacht van de 2e op de 3e herstelden de belegeraars deze, waarna
vijf compagnieën grenadiers tot de storm overgingen op het rechter
ravelijn. Zij werden evenwel, nadat zij de borstwering reeds hadden
bestegen, met zwaar verlies teruggeslagen. De belegerden kostte
deze strijd 2 officieren en 1 3 man aan doden, 2 officieren en 47 man
aan gewonden.
De v ier volgende dagen speelde een hardnekkige strijd zich af
Eur. Mere. 242; Vie de Villars II-231, 232.
219