dagen eerder daarheen verzonden en de gereed gemaakte fascines en horden verbrand1). In deze dagen valt aan Franse zijde een wapenfeit te boeken, dat als antwoord kan gelden en ook als zodanig bedoeld was op de raid van Grovestins en dat, hoewel op kleinere schaal, diens expeditie in stoutmoedigheid en snelheid van uitvoering evenaarde. De gouverneur van Namen, Saillans d'Estaing, had de goed keuring van Villars ontvangen op een onderneming tegen het eiland Tholen. Zij zou worden uitgevoerd door de beroemde partijganger Jacques Pasteur, bijgenaamd Jaco, met een deta chement, enerzijds bestaande uit dragonders van het garnizoen van Namen, anderzijds uit enkele bereden en onbereden vrije com pagnieën, ter gezamenlijke sterkte van 60 officieren en 884 man, waarvan 3^0 man voetvolk. Deze laatsten vertrokken in de avond van 19 Augustus uit Namende beredenen om twee uur des mor gens van de 20e met uitzondering van de kolonel Pasteur, die zich in het leger bevond en zich over Wavre bij het detachement zou aansluiten. Van de mars weten wij alleen dat deze ging over de abdij van Everbode (een uur ten Noorden van Sichem) en verder over Rucphen, Rozendaal en Wouw. Waarschijnlijk heeft Pasteur in verschillende richtingen kleine afdelingen uitgezonden, om de tegenpartij op een dwaalspoor te brengen en allerwege schrik te verbreiden. Men meende dan ook dat het op het land van Eleusden en Altena gemunt was, waar de partijgangers zich al eens meer had den vertoond; troepen uit Breda en 's-Hertogenbosch schijnen daarheen te zijn uitgerukt. Onverwacht marcheerde Pasteur echter over Rozendaal naar Wouw, waar een troep werd achtergelaten, en vandaar naar de Eendracht. Deze werd overgestoken bij het veer van Botshoofd. Ook hier werd een deel der troepen achtergelaten, en de rest, namelijk 200 a 300 man voetvolk en een ^o-tal dragonders, verschaf te zich de 26e vier uur des morgens, bij het opengaan der poorten, toegang tot de stad Tholen. Gedurende de drie of vier uur, welke de partijgangers hier vertoefden, plunderden zij de gehele plaats uit. De luitenant-kolonel Maguinay, die hierbij de leiding had (Pas teur bleef buiten de stad), wilde de stad in brand steken. De baljuw en enige notabele burgers kochten dit echter af voor 10 000 daalders of écu's, binnen twee maanden te betalen, en waarvoor de burgemeester Vrijbergen, de baljuw en enige anderen als gijzelaar werden meegenomen. De omliggende dorpen waren in deze afkoop Eur. Mere. 182 Feldzüge 218. Eugenius aan Karei VI, 24 en 28 Augustus (Supplement p. 2SS> '£6). 224

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 250