waren de verliezen gering; zij zouden slechts 6 doden en 22 ge
wonden hebben bedragen1).
De volgende dagen begonnen de belegeraars vanuit de eerste
parallel op drie plaatsen met zigzagloopgraven naar de buiten
werken en de bedekte weg te graven, zodat feitelijk drie attaques
werden gevormd. Tevens werd een schijnattaque geopend aan de
Porte de la Forêt. Als loopgraafbezetting werden dagelijks 6 batal
jons en 4 compagnieën grenadiers aangewezen. Met het opwerpen
der batterijen werd een aanvang gemaakt.
Zowel de loopgraven als de batterijen werden echter zwaar
geteisterd door het artillerievuur uit de vesting. Alle berichten
zijn het er over eens dat de belegeraars in dit stadium van het beleg
zware verliezen leden, meer dan bij een der vroegere belegeringen.
Volgens Villars in zijn memoires zou de 21e zelfs 140 man aan
doden te betreuren zijn geweest. De batterijbouw vorderde weinig,
omdat de schanskorven telkens opnieuw door de 24-ponders werden
omver geschoten. Des morgens van de 2 ie begon de Franse artillerie
het vuur met een achttiental mortieren te beantwoorden, doch
vooreerst konden deze nog niet op tegen de overmachtige artillerie
der verdedigers die, naar gezegd wordt, 40 kanonnen en 26 mor
tieren op het aangevallen front in werking hadden2).
Van een uitval wordt melding gemaakt in de nacht van 20 op
21 September, waarbij de aanvallers door een bataljon van de gardes
francaises naar de bedekte weg werden teruggedreven. Dat Yvoy
zich met een zo zwakke bezetting nog een uitval permitteerde pleit
in elk geval voor de activiteit der verdediging3).
Eerst de 26e begon het tij ten voordele van de belegeraars te
keren. De Franse batterijen waren intussen gereed gekomen, en het
gros der belegeringsartillerie was in stelling gebracht. In de morgen
van de genoemde dag openden 40 kanonnen en een aantal mortieren
het vuurweldra werden hier nog 1 o kanonnen en 12 mortieren
aan toegevoegd, zodat de Fransen thans met 60 kanonnen en 20 tot
30 mortieren sterk in de meerderheid waren. Daarbij kwam dat
de artillerie der belegeraars het voordeel bezat van de batterijen
over een grote ruimte te kunnen verspreiden, terwijl die der
tegenpartij noodzakelijkerwijs beperkt was in haar keuze van op
stelling.
Reeds des namiddags van de 26e, zo zegt Villars, was een deel
Pelet 113115". Vlg. Feldzüge XIV-227 werd ook een circumvallatielinie opgeworpen, die de
14e gereed was. Pelet maakt hiervan geen melding.
2) Pelet ii£. Ged. te velde a.d. St.Gl. 26 September.
3) Vie de Villars II-237, 238.
233