verblijf naar Weenen vertrokken. De twee wintermaanden, welke
de hertog in Engeland doorbracht, moeten wel tot de onaange
naamste uit zijn leven hebben behoord. De gebruikelijke dank
betuiging van het Parlement voor zijn verrichtingen, waartoe dan
toch het innemen van vier vestingen behoorde, bleef achterwege.
In plaats daarvan werd hij betrokken in hoogst onverkwikkelijke
debatten over het beleid in Spanje en de slag bij Almansa, gevolg
van een door Peterborough en de Tories op touw gezette, en
tegen Galway, maar zijdelings ook tegen de opperbevelhebber
gerichte campagne x).
Van de onwelwillende stemming van de koningin en de nieuwe
regeerders te zijnen opzichte had hij reeds eerder de blijken onder
vonden. Een van zijn tegenstanders, Lord Rivers, was benoemd
tot Lord Luitenant van de Tower, een functie die voornamelijk het
beheer der artillerie inhield. Zeer tegen zijn zin was hij gedwongen,
de kolonels Hill en Masham, resp. echtgenoot en broeder van de
gehate Abigail, tot brigadier te bevorderen. Drie van zijn onder
hebbende generaals, Meredith, Honeywood en Macartney, die
bij een maaltijd een toast op hem hadden uitgebracht en zich daarbij
onvoorzichtig over Harley en het nieuwe bewind hadden uitge
laten, werden in December gecasseerd, en mochten blij zijn, dat
zij hun regimenten volgens het gebruikelijke stelsel nog mochten
verkopen 2).
Het pijnlijkst was het geval met de Gouden Sleutel. Reeds in
April van het afgelopen jaar had zijn gemalin onder een heftige
scène haar laatste ontmoeting met de koningin gehad. Thans wenste
deze eens en voor al van haar vroegere vriendin ontslagen te zijn,
en in Januari verlangde zij, dat Sarah de Gouden Sleutel, het
symbool harer hofwaardigheden, binnen drie dagen zou inleveren.
Sarah, aan deze waardigheden blijkbaar buitengewoon gehecht,
trachtte in een brief vol onderwerping, uitstel tot tien dagen te
verkrijgen. Marlborough, die of veel van zijn vrouw gehouden,
óf danig onder de plak gezeten moet hebben, probeerde het zelfs
9
x) Churchill II-772, 787-791. Trevelyan, 112, 113, l.c. Debatten in het Parlement: Eur. Mere.
111-123, 182-186; het resultaat ervan in het adres aan de koningin: aid. 183-185-.
Langdurig werd beraadslaagd over de resolutie waarin werd geklaagd dat van de 29 395^ man, door
het Parlement voor de oorlog in Spanje bestemd, er ten tijde van de slag bij Almansa slechts 8 660
zich op het Iberisch schiereiland bevonden. Het verschil wordt verklaard in het artikel van I. F.
Burton: 'The supply of infantry for the war in the Peninsula 1703-1707' (Bulletin of the Institute
of Historical Research, Vol. XXVIII nr 77, May 1955).
2) Churchil II-772'73. Opmerking verdient dat de partijtegenstellingen zich in het Britse leger
veel meer deden gevoelen dan ten onzent. Hiermee hangt samen dat wij veel generaals ontmoeten
als lid van het Hoger- of Lagerhuis, dan wel als kandidaat bij de verkiezingen, o.a. Stanhope, Webb,
Argyll, Meredith, Macartney, North and Grey.