De ie October, dus nog vóór Quesnoy was genomen, liet de
maarschalk de plaats insluiten, en wel door 26 eskadrons onder
Conflans en 22 bataljons, welke uit de omliggende vestingen
werden betrokken en aldaar werden vervangen door bataljons
die in de veldtocht hadden geleden. Een dertigtal eskadrons werd
naar de Beneden-Scarpe gezonden, zowel om op de linker oever
dier rivier te foerageren als om fascines en schanskorven te ver
vaardigen in de bossen van Marchiennes en St. Amand. Hetzelfde ge
schiedde in het grote bos van Mormaleen park van een en ander werd
aangelegd in Lourche, aan de Schelde tussen Bouchain en Denain.
De 4e en 7e zond Villars nog twee detachementen, elk van
8 bataljons, ter versterking van het insluitingsleger, dat thans dus
38 bataljons telde.
Het bevel over het beleg werd opgedragen aan de markies
d'Alegre, met zeven luitenant-generaals en zeven veldmaarschal
ken onder zijn bevelen. De technische leiding had Valory, die zich
zo lang in het gouvernement van Landrecies liet vervangen door
Canillac. Montesquiou bleef te Saultain het bevel voeren over
het leger aan de Honneau. Villars vestigde zijn verblijf te Haspre,
om dichter bij het beleg te zijn. Voor het veldleger maakte hij zich
weinig zorg, getuige het rijkelijk sterke insluitingsleger voor
Bouchain. Met het oog op het jaargetij werden barakken gemaakt
voor de infanterie, en de cavalerie werd gekantonneerd. De laatste
was in slechte staat wegens de krappe foerage. Deze moest op grote
afstand worden gehaald, namelijk ten Noorden van de Schelde en
Haine, en ten Zuiden van de Sambre. Eugenius nam 29 September
zijn linkervleugel terug achter de Trouille met het oog op het
foerageren, en bleef verder in gedwongen werkloosheid in zijn kamp
bij Bergen x).
Dat de bezetting van Bouchain op geen ontzet had te hopen was
duidelijk, en evenzo, dat zij veel te zwak was om een beleg van
enigszins lange duur uit te staan. Zij bestond slechts uit vier
bataljons, een detachement van 200 Zwitsers en een vrije compagnie,
totaal 977 man, nadat er reeds 37 gedeserteerd waren 2). Volgens
de Gedeputeerden te velde waren er echter bij het begin der
belegering nauwelijks 700 man in staat om dienst te doen. De
persoonlijkheid van de gouverneur was althans een waarborg, dat
de tegenstand zolang zou worden volgehouden als met deze zwakke
krachten redelijkerwijs mogelijk was. Grovestins, thans 44 jaar
1) Pelet 117, 118.
2) Journal du siège de Bouchain en 1712 (Archives du Génie, Depót général des Fortifications,
Art. Section 2, carton T, piece II), met een plan van het beleg.
238