Het openen der loopgraven was bepaald op 8 October, maar
werd een dag uitgesteld, omdat schoppen en fascines nog niet in
voldoenden getale aanwezig waren 1). Bij het vallen van de avond
van de 9e, nadat Villars persoonlijk de beschikkingen had ge
maakt, had daarop, met 4000 arbeiders, de genoemde handeling
plaats. De belegerden onderhielden van 8 uur af een levendig vuur,
zonder grote verliezen te berokkenenwij vinden deze opgegeven
als 8 a 10 doden en ongeveer 24 gewonden.
De aanval geschiedde op dezelfde wijze als door de geallieerden
in het vorig jaar, namelijk tegen de bastions 1 en 4 aan de Sensette.
Ook hier golden de aan een rivier grenzende fronten als de zwakste.
Het Noordelijk front werd niet aangevallen omdat men te veel hin
der duchtte van de mijnen, en de benedenstad niet wegens de
inundatie. Wel werd hier een demonstratie gedaan bij wijze van
'fausse attaque', door 100 man en even zoveel arbeiders, om, terwiji
elders de loopgraven werden geopend, het vuur der verdedigers te
verdelen. Ten Noorden van de Sensette werd een grote parallel ge
graven, welke de bovenstad geheel omgaf, aan weerskanten tot de
inundatie reikte, en de vooruitgeschoven lunetten tot op korte
afstand naderde. Dagelijks kwamen voortaan 4 bataljons en 6
compagnieën grenadiers op wacht. Zie bijlage 19.
In de nacht van 10 op 11 October werden de loopgraven vooruit-
gebracht en werd met de bouw der batterijen begonnen.
De 1 2e deden de verdedigers een uitval, die tamelijk wel gelukte.
Wij lezen althans dat een deel der loopgraven werd geslecht en
enig materiaal (waarschijnlijk hout voor bekledingen of schans
korven) verbrand 2).
De volgende dag openden de belegeraars het vuur uit een mortier
batterij, en de 1 ^e uit 40 kanonnen en 8 mortieren, met het gevolg
dat de artillerie op de wallen tot zwijgen werd gebracht, met uit
zondering van vier lichte stukken op het bastion 4, welke het vuur
voorlopig nog volhielden.
Inmiddels waren de sappes,reeds genaderd tot 10 a 12 toises
dat is 20—24 m van de lunetten ji en 44. Daarna bogen zij respectie
velijk links en rechts af, enerzijds naar de saillant van de bedekte weg
vóór de contregarde 50, die het bastion 1 dekte, anderzijds in de
richting van het ravelijn 8 en het bastion 4. Dank zij de zwakke
bezetting der lunetten konden de Fransen zich veroorloven voorbij
P Doordat de fascines van grote afstand moesten worden aangevoerd, werden hiertoe alle paarden
der generaals ingeschakeld, die van Villars inbegrepen. (Vie de Villars, II—242, alwaar enige verdeie
b ij zonderhed en)
2) Feldzüge 231.
240