van 6 stukken om de linkerface van bastion i verder in bres te
leggen. De verlenging van de linkerface der contregarde, die zulks
had moeten beletten, was van zeer weinig dikte en aan de schouder-
hoek reeds vernield. Deze batterij zou de volgende morgen beginnen
te vuren en bediend worden door de kanonniers der marine, die beter
geoefend waren dan die van de landmacht. Bij de linkerattaque
hadden de Fransen bij dit alles niet meer dan na ij man verloren
De 19e, toen de bressen beklimbaar waren, de gracht gevuld
en alles gereed was tot de storm, liet Grovestins i i uur 's morgens
de chamade slaan. Evenals voor Quesnoy weigerde Villars een
capitulatie te accepteren, en dus werd de gouverneur met het
garnizoen krijgsgevangen. Het beleg had tien dagen na het openen
der loopgraven geduurd. Het vorige jaar 23 dagen, hoewel de stad
toen minder goed was versterkt. De bezetting was toen echter bij
de uittocht nog ruim 3000 man sterk; thans was zij geslonken
volgens Pelet tot 600 man, volgens de Gedeputeerden tot 430,
volgens de Europische Mercurius tot £07 man, getallen die hoezeer
onderling verschillend een duidelijke taal spreken ten aanzien van
de vraag of de bezetting al of niet haar plicht heeft gedaan. Het
verlies der Fransen wordt op totaal 400 man geschat.
In de stad vond men bij de capitulatie volgens de opgaaf van
Pelet behalve het geschut 1 go 000 pond buskruit, gooo wapenen en
go 000 rantsoenen haver.
Men zou de vraag kunnen opwerpen, of Grovestins niet beter
had gedaan, van de verdediging der lunetten af te zien en met zijn
geringe bezetting een meer geconcentreerde verdediging te voeren
in de bedekte weg. Men bedenke echter dat het er slechts om ging
de weerstand zo lang mogelijk te rekken, en hierbij waren de lunet
ten inderdaad van nut. Zij dwongen de vijand zijn loopgraven op
grotere afstand te openen dan anders het geval zou zijn geweest,
hebben, met een zeer kleine bezetting, nog 7 of 8 dagen na het
openen der loopgraven stand gehouden, en ongetwijfeld vertragend
gewerkt op het naderen tot de bedekte weg.
De 21 e October verliet het garnizoen de stad om naar Reims te
worden gevoerd. Ook Grovestins deelde dit lot, doch kreeg na
enkele dagen Chartres tot verblijfplaats. De Fransen hadden alle
eerbied voor zijn dapperheid, en hij werd dan ook met veel hoffelijk
heid behandeld. Op zijn verzoek kreeg hij eind November verlof
om enige dagen in Parijs door te brengen, welke stad hij gaarne
wilde bezichtigen. Tijdens dit verblijf verzocht Villars voor hem
Journal du siège 18 October; Pelet 120, 121.
242