Toen Berwick echter in de laatste dagen van het jaar met een overmachtig leger over Perpignan en Figueras tot ontzet oprukte, de Fluvia en tenslotte de Ter overstak, zag Starhemberg zich ge noodzaakt in de nacht van 2 op 3 Januari 1713 het beleg op te breken. Op het einde dier maand betrokken beide partijen de winter kwartieren. Beslissende voordelen hadden zij geen van beide behaald. De toestand was ongeveer als bij het begin van de veldtocht, dat wil zeggen wat het wederzijds bezette grondgebied aangaat x). In werkelijkheid was het voor de geallieerden een verloren zaak. De hoop, welke de keizerin nog had gekoesterd, dat de Staten een nieuwe vloot zouden afzenden, bleek alras ijdel, en de tijd zou niet ver meer zijn, dat de Frans-Spaanse scheepsmacht, hoe weinig ook betekenend, de kust van Catalonië zou blokkeren. Bedenkt men daarbij, dat de wapenstilstand, welke Portugal in November had gesloten, de vijand in staat stelde zich met vereende krachten tegen de nog weinige in Keizerlijke handen zijnde plaatsen te wenden, dan kan het geen verwondering baren, dat zelfs Karel vi, na veel zelf overwinning, 24 December tot het besluit kwam de geallieerde troepen uit Catalonië terug te roepen. Starhemberg zou met de Franse legerhoofden een conventie sluiten, waarin de ontruiming zou worden geregeld. Engeland, dat krachtig op het besluit van de keizer had aangedrongen, zou een vloot tot de overtocht ter be schikking stellen. 2). De Vooght van Rijnevelt schildert in het tweede deel van zijn boek over de Spaanse oorlog in schelle kleuren de opwinding en ontroering, welke dit noodlottig besluit onder de dappere en thans zo bedroevend in de steek gelaten Catalanen veroorzaakte. Tever geefs echter waren de wanhopige pogingen bij Karel vi en bij Starhemberg persoonlijk aangewend, om verandering te brengen in de tragische loop der gebeurtenissen. Het werd Mei van het volgend jaar eer Jennings met de Engelse transportvloot voor Bar celona verscheen en met Starhemberg en de Spaanse generaal Gri- maldi, als vertegenwoordiger van Philips v, de inscheping regelde. In Juli 1713 verlieten de geallieerde troepen in drie achtereenvol gende transporten de Spaanse kust; de Hollandse, te zamen met de Paltsische, de 10e Juli. Het bataljon van Bruhese, dat sedert 1704 in Gibraltar lag, was reeds in Januari op verzoek der Engelse regering teruggeroepen3). Half Augustus scheepten de laatste troepen zich in. Feldzüge XIV-36^ vlg. Het leger te Cervera had de winterkwartieren reeds en 20 November betrokken (Eur. Mere. 1713, p. 72). 2) Feldzüge XIV-367-'69. Het ontruimingsverdrag is van 14 Maart 1713 Lamberty VIII, £3 vlg. 3) Van Rijnevelt II, 114-131Lamberty VIII33 249

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 275