onbetekenend incident, dat tot de vereiste omvang werd opge blazen, namelijk een ruzie of vechtpartij tussen lakeien van Menager en Van Rechteren, respectievelijk Franse en Staatse afgevaardigde op het vredescongres te Utrecht. Van Rechteren had zich naar aanleiding hiervan ietwat onvoorzichtig uitgelaten, wat voor de Fransen een reden was alle besprekingen met de Staatse vertegen woordigers tot nader order te staken. Niet minder dan de Fransen vond St. John, onlangs tot viscount Bolingbroke verheven, hier zijn rekening bijhij behoefde nu niet meer bevreesd te zijn, dat de Staten afzonderlijk met Frankrijk zouden gaan onderhandelenx). In het begin van October brachten de overstelpende oorlogs lasten en de slechte gang van zaken op het oorlogstoneel de Staten er eindelijk toe zich tot vergaande concessies inzake de barrière bereid te verklaren, mits met behoud van Doornik. De Engelsen tenslotte ook zelf bij de barrière geïnteresseerd, rieden thans de koning tot toegeven; tevens echter stelden zij de eis, dat het traktaat van 1709 door een geheel nieuw zou worden vervangen. Strafford vertrok in November naar Engeland, om in het begin van December met een nieuw barrière-traktaat terug te keren. Het oude, waarvoor de Staten zich drie jaar lang zware offers van bloed en geld hadden getroost in vertrouwen op de handtekening der Engelse koningin, werd aldus voorgoed ten grave gedragen. Het nieuwe verdrag bevatte, evenals dat van 1709, de garantie van de protestantse successie in het Verenigd Koninkrijk, waar tegenover dit laatste zijn steun toezegde bij het verkrijgen der barrière, thans echter deerlijk besnoeid. Het oude traktaat had een achttiental vestingen en forten bevat, benevens die welke nog ver overd zouden worden, namelijk Bergen, Bethune, Aire en St. Ve- nant. Van dit alles bleef thans over: als frontiersteden Veurne, fort Knocke, Ieperen (als nieuwe aanwinst), Meenen, Bergen, Char leroi, stad en citadel van Namen, en binnenslands het kasteel van Gent, de forten De Parel en St. Philips aan de Schelde, en Damme. Het juist op de grens liggende fort St. Donaas bij Sluis zou in het bezit van de Staten komen, en het ten Noorden van Gent liggende fort Rodenhuizen geslecht worden. Doornik werd in geval van spoedige aanneming van het verdrag aan de lijst toegevoegd2). Bij het oude traktaat vergeleken betekende hetgeen thans werd geboden dus wel een droevige achteruitgang. Tegenover de aan- Het incident-Rechteren uitvoerig in Eur. Mere. 1712, 2e st. p. 218—239. Id. Lamberty VII—195 vlg. 2) De volledige tekst o.a. bij Geikie-Montgomery 289-293. Onder art. IV worden hier Bergen en Charleroi niet genoemd; wel d.e.t. bij Lamberty VIII—37. 2^8

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1964 | | pagina 284