het Staatse garnizoen met groot eerbewijs en het vuren van het
geschut werd ontvangen. Ook te Maastricht, waar Dopf als
gouverneur zetelde, verkondigden de kanonnen de hulde welke toe
kwam aan de veldheer, die de Nederlandse troepen zo menigmaal
ter overwinning had geleid in dagen van gemeenschappelijke
voorspoed en roem. In Maastricht wachtte hij in Februari de komst
zijner gemalin af; daarna nam hij zijn verblijf te Frankfort. In
Augustus 1714, bij het overlijden der koningin, keerde hij naar
Engeland terug. Aanstonds herstelde George i hem in zijn oude
waardigheden van kapitein-generaal, generaal der artillerie en
kolonel van het ie garderegiment. Met de nieuwe bewindvoer
ders, als Walpole, Townshend, Stanhope, stond hij op goede
voet, zonder politieke activiteit van enig aanbelang te ontplooien.
In het leger bracht hij, op gematigde wijze, de Whigs op de voor
naamste posten. In latere jaren vrij ziekelijk, overleed hij in 1722
Een van de zaken die op het Utrechts congres het meeste hoofd
breken veroorzaakten was de verdeling van Opper-Gelder. Voor
de Republiek was het gewest van belang met het oog op de ver
binding met Maastricht en haar veiligheid aan de zijde van Maas en
Rijndit laatste in de eerste plaats wat Gelderland aangaat. De
Republiek beriep zich op artikel £2 van de vrede van Munster,
volgens hetwelk Opper-Gelder 'naar de waarde' zou worden uit
gewisseld, wat nimmer was geschied2). Pruisen maakte ér aan
spraak op wegens schulden uit de Negenjarige Oorlog. Het stond
sterk omdat het reeds Gelder, Venlo en het fort St. Michiel bezet
hield. De Keizer wilde echter aanvankelijk van geen afstand weten,
Engeland interesseerde zich weinig voor het afgelegen gewest.
Men kwam voorlopig niet tot een oplossing; alleen werd 2 April
1713 een zogenaamd geheim verdrag tussen de Keizer en Pruisen
gesloten, waarbij dit land beloofde Venlo en St. Michiel te ontrui
men de Keizer zou Roermond behoudenhet overige zou groten
deels aan Pruisen komen. Het verdrag is echter niet door de
Keizer geratificeerd3).
Men mag er een bewijs van het afgenomen prestige der Republiek
in zien, dat Anhalt-Dessau de 8e November van het vorig jaar
op last van Frederik i Meurs met Pruisische troepen had over
rompeld. Er lagen 6 compagnieën van de Staten als executeurs van
het testament van Willem iii. Deze mochten, terwijl de Pruisen
het kasteel en de beste kwartieren in bezit namen, voorlopig nog
2) Churchill II, Chapter 34, 3^, 38, 39. Trevelyan ,The Peace', 1707, 1708.
2) Dit artikel bij Wagenaar XI-468.
3) Het verdrag bij Lamberty VIII-4^ vlg.
26o