rechten op de troon van Spanje. Het voornaamste doel, waartoe
de oorlog gevoerd was, was op deze wijze verzekerd.
Het Frans-Engelse vredesverdrag hield in, dat de pretendent
Jacobus, die thans in Lotharingen vertoefde, nimmer naar Frank
rijk mocht terugkeren en dat Frankrijk noch hem, noch iemand
anders die de protestantse opvolging in gevaar zou brengen, zou
bijstaan. De vestingwerken en haven van Duinkerken zouden wor
den geslecht en gedempt. Engeland verkreeg New-Foundland,
Acadia of Nieuw-Schotland en de Hudsonbaai; Frankrijk behield
echter Kaap Breton en het recht van visserij in de naburige wateren.
Volgens de met Savoye gesloten vrede kreeg Victor Amadeus ii
Savoye en Nizza terug, en verwierf hij enige andere plaatsen tot
betere verdediging van de Alpengrens, het koninkrijk Sicilië,
Montferrat en het recht van opvolging in Spanje na de dood van zijn
schoonzoon Philips v.
Portugal verkreeg het gebied tussen de Amazone en de Oyapac
de grens met Spanje bleef ongewijzigd. De koning van Pruisen werd
als zodanig erkend, en tevens als vorst van Neuchatel en Valengin.
Hij verwierf Gelder met het grootste deel van het Overkwartier
hij deed afstand van zijn aanspraak op het prinsdom Oranje, doch
mocht de titel van prins van Oranje blijven voeren.
Maximiliaan van Beieren, die van Philips v indertijd de souve-
reiniteit over de Spaanse Nederlanden had ontvangen, zou Van zijn
rechten afstand doen ten gunste van het huis van Oostenrijkhij zou
in zijn Duitse staten, met uitzondering van de Bovenpalts, hersteld
worden, in het bezit gesteld worden van het koninkrijk Sardinië, en
als negende keurvorst worden erkend. Tot zolang zou hij het bewind
en de inkomsten behouden van Luxemburg, Namen en Charleroi,
welke plaatsen intussen door Staatse troepen zouden worden bezet.
Het met de Staten gesloten vredesverdrag bepaalde, dat Frankrijk
de reeds genoemde barrièresteden met onderhorigheden, voor zover
op Frans grondgebied gelegen (voornamelijk Veurne, fort Knocke,
Meenen en Doornik) zou afstaan aan de Republiek; deze zou
daarentegen Rijssel, Aire, St. Venant en Bethune aan Frankrijk
teruggeven. De Staten zouden op eigen kosten bezetting mogen
leggen in Hoei en Luik, waarbij Lodewijk xiv zou zorgen voor de
toestemming van de keurvorst van Keulen als prins-bisschop van
Luik; de wallen van Bonn zouden worden geslecht. Voorts werd
met de Staten een voordelig handelsverdrag gesloten, en werd bij
een afzonderlijk artikel het beruchte vatgeld (een voor de Hollan
ders zeer nadelig soort havenbelasting) voor altijd afgeschaft, be
houdens bij vervoer van de ene Franse plaats naar de andere.
2 65-