zelfde jaar werd de nationale cavalerie vermeerderd met 8 ruiters per com
pagnie. Het aantal paarden, hiertoe nodig, beliep 1160.
Na Januari 1707 werden geen nieuwe troepen op de ordinaris of extra-
ordinaris staten van oorlog opgenomen. De totale sterkte op de staten van
oorlog was inmiddels aangegroeid tot 7S S99 man nationale troepen; aangaande
de troepen van 'Diverse Coningen en Princen' tot 41 889 man, totaal derhalve
117488 man in 149s compagnieën (zie de bijlagen 21 en 23 t/m 26). De ordinaris
staat van oorlog gaf reeds sedert 1702 hetzelfde bedrag te zien namelijk 4f 324,
de extraordinaris staat een vast bedrag van 1708 tot 1713Het voordeel van dit
systeem was vermoedelijk dat het jaarlijks gekibbel over de consenten een einde
nam, terwijl de Raad van State vrijer kon beschikken over die troepen, welke
niet op staten van oorlog voorkwamen.
Het onderhoud dezer troepen geschiedde op verschillende wijze, met name uit
de 'contributiën', de 'conquesten', de 'Luykse subsidie' ofwel de 'Tailles' uit het
land van Luik, verder uit verschillende fondsen en tenslotte uit de legerlasten.
Het grootste aantal posten valt onder de kolom 'Uyt de conquesten' (Zie
bijlage 24). Merkwaardig is, dat in een staat van afrekeningen (R.v.St. Mil.
Zaken nr. 44) in plaats van 'Uyt de conquesten' staat aangetekend 'Uyt het
Millioen van de Loterye'.
Keren wij thans terug naar de vermeerderingen van en na 1707 dan zien wij
dat volgens de conventie van 20 April de Staten samen met Groot-Brittannië het
zogenaamde eerste Saksische korps overnamen, bestaande uit:
1 regiment cavalerie onder kolonel De Winkel,
2 regimenten dragonders onder respectievelijk Baron van Ogelvij en
kolonel Milkau,
4 regimenten voetvolk respectievelijk onder de kolonels Ogelvij, Boose,
Wackerbart en Broun.
Samen 4639 man, waarvan de helft (2319) voor rekening van de Staten. Het
was de vrede van Altranstadt die het afzenden van dit detachement mogelijk had
gemaakt. Het werd betaald uit de contributiën, evenals het reeds genoemde
regiment van Bothmar.
Uit de conquesten werden betaald
Het zogenaamde tweede Saksische korps, samen met Groot-Brittannië;
volgens de conventie van 22 Februari 1709 4 092 man, waarvan de helft voor
de Staten. Dit korps diende voornamelijk tot recrutering en suppletie van het
eerste. Het bestaat dan ook uit compagnieën zonder regimentsverband.
In het voorjaar van dit jaar werd het Wurtembergse korps naar de Neder
landen overgebracht. Het bestond in April uit
Het regiment dragonders van Keggelaer, het regiment grenadiers van
Starrenfels (generaal-majoor), het regiment te voet van dezelfde en het
regiment te voet van de brigadier Hermans.
Nadat in 1708 de sterkte constant was gebleven, werden in het voorjaar van
1709 weder energieke maatregelen genomen tot het overnemen van vreemde
troepen. Na de succesvolle operaties van het afgelopen jaar hoopte men eindelijk
de beslissing te bevechten naar welke de openbare mening in de Republiek
reikhalzend uitzag.
276